Skip menu

Robertskruid: klein, iel, maar o zo voortvarend

'Het Robertskruid is een klein, iel plantje, dat in het bos in de schaduw, onder struikgewassen groeit, waar het bijna niet opvalt', staat er in mijn kruidenboek. Zo is het wel begonnen, een jaar geleden, tot het van ons de ruimte kreeg. Daarna nam het de hele tuin in beslag. Dat was niet helemaal de bedoeling. Ook dit jaar groeit het weer welig en het ziet er vrolijk uit. Toch gunnen we andere planten ook een plekje. We hanteren daarom een gedeeltelijk gedoogbeleid...

Hoezo: niet opvallen?

Het Robertskruid geeft dus het beeld van een plantje, dat een schuilplekje zoekt onder struiken. De bloempjes, zijn klein en zien er lief uit. De geur van de plantjes moet je wel voor lief nemen. Zou je de stank die het verspreidt als je het aanraakt kunnen vertalen als 'blijf van me af? Laat me maar lekker in de schaduw staan? Ik hoef niet zo nodig op de voorgrond te treden?'. Dat laatste is in mijn ogen toch een beetje tegenstrijdig. In de tuin speelt het Robertskruid met zijn vrolijke roze bloemetjes de hoofdrol, dus zo bescheiden is het in mijn ogen niet 😉.

In onze tuin groeit het ook tegen de muren en zelfs op de bovenrand van de muur die de tuin scheidt van die van de buren. Muurbloempje misschien? En wil dat muurbloempje dan wel of niet gezien worden? Het zijn zomaar een paar vragen die bij me opkomen.
De planeet die bij het kruid hoort is Mars. En Mars is toch juist de planeet van actie? Misschien moet iemand dat muurbloempje dan maar eens ten dans vragen...
Maar je kan door Mars ook flink opgejaagd worden. En dan is een plekje in de schaduw waar je je even terug kan trekken misschien een prima idee. Het is maar hoe je er naar kijken wil.

De Meidoorn en het Robertskruid

De Meidoorn is van een klein stekje uitgegroeid tot een grote boom. Zo torent ze letterlijk boven alles uit. Ik denk dat ze wel tevreden is met de komst van het Robertskruid. Ze hebben een aantal dingen gemeen.
Om te beginnen maken ze allebei een lieflijke indruk met hun kleine bloemetjes. De kleuren rood en wit van de Meidoorn komen terug in het roze van het Robertskruid. Rood verwijst naar het bloed, wit heeft een kalmerende werking.
Allebei hebben ze een verdedigingsmechanisme, waardoor je er wel voor waakt om te dichtbij te komen. Meidoorn verbergt gemeen scherpe stekels tussen zijn bladeren. Robertskruid verjaagt je met een onaangename geur.

Er zijn ook verschillen. Meidoorn zoekt zoveel mogelijk de zon en wil daarbij niet gehinderd worden. Robertskruid heeft een voorliefde voor de schaduw, en geeft met zijn geur aan dat je uit de buurt moet blijven. Meidoorn werkt bloeddruk regulerend, Robertskruid werkt bloeddrukverlagend. Ook huidklachten horen bij het Robertskruid. 

Bij ons staan ze allebei in de tuin. Van de Meidoorn genieten we elk jaar opnieuw. Aan het Robertskruid moeten we even wennen. Of het een blijvertje is zal de tijd leren. Uiteindelijk zijn de Smeerwortel en de Klaprozen ook verdwenen toen we hun boodschap hadden begrepen 😊.

Een klein bescheiden bloemetje


Het Robertskruid neemt bijna alle ruimte in beslag


De Meidoorn in bloei


Bronnen

Vakopleiding Kruidengeneeskunde bij Het Kruidenrijk
Yvonne Maessen en Jim Streefkerk Kruiden, signatuur en eigenschappen, 1993