Skip menu

Levensritme en seizoenen

Reis door de Seizoenen

Feesten, tradities en sprookjes gekoppeld aan het ritme van het jaar 
Levensfasen van de vrouw

De inhoud van deze pagina is een combinatie van workshops die ik heb gegeven heb en blogjes die ik heb geschreven.


      Inhoud

      In het ritme komen (link)

🌞 Lente 21 maart (link)
      Paasfeest (link), IJsheiligen (link), De Meiboom (link), Pinksteren (link)

🌙 Beltane 1 mei (link)

🌞 Zomer 21 juni (link), 
      Zomerzonnewende 21 juni en Sint Jansfeest 24 juni (link)
      
🌙 Lammas of Lughnasadh 1 augustus (link)
       Hartjesdag of Hertha's dag 1 augustus (link)

🌞 Herfst  21 september (link)
      Sint Maarten 11 november (link), Sinterklaas 5 december (link)
      Sint Lucia: 12 december (link)

🌙 Samhain 31 oktober (link), Halloween 31 oktober (link), 
      Allerzielen en Allerheiligen 1 en 2 november (link),
      Saturnalia 17 december (link)

🌞Winter 21 december (link), 
     Winterzonnewende 21 december (link), 
     Drie maal rode mantels en witte baarden (link), 
     Het rendier dat de zon terug bracht (link), Kerstmis 25 december (link), 
     Twaalf heilige nachten (link),  Driekoningen 6 januari (link

🌙 Imbolc of Maria Lichtmis 1 februari (link) 

Nog niet alle feesten hebben een plekje gekregen maar dat vult zich wel in

In het bovenstaande schema zie je vier keer de zon en vier keer de maan voor een feest staan. Samen vormen ze de acht punten van het jaar die gevierd worden. 
Van die acht zijn de vier zonnefeesten het bekendst. De equinoxen waarop de dag en de nacht even lang zijn, de zomerzonnewende en de winterzonnewende.
De vier maanfeesten worden steeds veertig dagen later gevierd. Ze vallen samen met zaaien en oogsten. 

Levensfases van de vrouw


👧 Vrouw zijn in de lente van je leven (link)

👸 Vrouw zijn in de zomer van je leven (link)

👩 Vrouw zijn in de herfst van je leven (link)

👵 Vrouw zijn in de winter van je leven (link)

Levensfasen en godinnen (link). Hier kun je doorklikken naar de godinnen.


Lente: Artemis en Athena

Zomer: Hera en Demeter

Herfst: Hecate en Hestia

Winter: De grote Moedergodin



Ons levensritme wordt bepaald door de Zon en de Maan. Volgen we het ritme van de zon dan kunnen we vier afwisselende fases herkennen door het jaar heen. We herkennen dit in onze vier seizoen. Kleiner herhaalt het zich tijdens de fasen van de Maan. En nog kleiner vinden we het terug gedurende de dag. Kan je deze cyclus vertalen als inspannen en ontspannen?

We volgen dit ritme nog een beetje als we onze tijd zelf in kunnen vullen. We weten dat klussen aan het huis het makkelijkst lukt in het voorjaar. In de zomer genieten we van het buiten zijn en gaan we als het even kan op vakantie. In het najaar maken we de balans op en beginnen de meeste studies. In de winter krijgen we tijd om alles te verwerken en naar binnen te keren. Daarna begint de dans van het jaar opnieuw.

Ook de dag laat eenzelfde ritme zien van inspannen en ontspannen. Ik voer huishoudelijk werk het makkelijks uit in de ochtend. 's Middags kan ik dit theoretisch wel plannen, maar komt er weinig van terecht, omdat de tijd van de dag me dan verlokt tot ontspannen. 's Avonds is de beste om kennis tot je te nemen, en 's nachts geef je je lichaam en geest de tijd om te verwerken wat je aan indrukken verzameld hebt. 

Zowel de dag als de maand als het jaar kennen daarmee vier delen, die met elkaar in overeenstemming blijken te zijn. 

Kijken we naar het ritme van de Maan, dan is ook daar de dans van de vier terug te vinden. Nieuwe maan is een goede tijd om ergens mee te beginnen en het vervolgens op te bouwen. Volle maan vraagt om verwerken en tegen de tijd van de volgende nieuwe maan is het weer tijd om los te laten. Heb je nieuwe plannen? Bewaar ze tot de komst van de nieuwe maan en maak gebruik van de opbouwende energie :-). Zo schakel je bijna vanzelf over van 12 maanden naar 13 volle of nieuwe manen 😊.

Je kunt de dingen in tweeën, in drieën en in vieren verdelen. De twee geeft de tegenstellingen in het leven weer: leven – dood, goed – slecht, wit – zwart enz.

De drie geeft de drie-eenheid weer: vader, moeder, kind, maar ook de oneindige cyclus van groeien, bloeien en vergaan.

De vier voegt een punt toe, waardoor er een cyclus ontstaat: groeien, bloeien, vrucht geven, zaad vormen. De vierde fase is het rustpunt, waar loslaten en omvormen centraal staan.

Het ritme van het leven vinden we overal terug. In de dag en in de maand, in de seizoenen en in de levensfases. Vrouwen reageren sterk op het ritme van de maan. Mannen kennen dat ritme niet. Ze volgen vaker het ritme van de zon. 

Lente: geboorte


Het oosten is de plaats waar de zon opkomt. De nieuwe dag begint. Alles is vol energie en de hele dag ligt nog open voor je. Het oosten vertegenwoordigt het begin of de geboorte. Bij het oosten hoort de kleur geel. Geel wordt geassocieerd met de zon en met de talloze gele bloemen die in het voorjaar bloeien. Is het je wel eens opgevallen dat de eerste bloemen in de lente vaak geel en wit van kleur zijn? Pas halverwege de maand mei komen de klaprozen tevoorschijn die de bermen kleur geven. Het Oosten vertegenwoordigt het begin of de geboorte. 

Bij het oosten hoort het element lucht. Lucht is verbonden met contacten en uitwisseling. Lucht komt overal mee in aanraking. Het element lucht kun je goed herkennen bij de dierenriemtekens Tweelingen, Weegschaal en Waterman. Communicatie en interactie via het denken. De speelsheid en nieuwsgierigheid van de Tweelingen, het onderhandelen van de Weegschaal en de nieuwe ideeën die ‘in de lucht hangen’ opgevangen door Waterman.

Rituelen met lucht zijn het branden van wierook, het branden van zuivere kruiden.

Feesten in de lente

21 maart: dag en nacht zijn even lang. Dat wordt de voorjaars equinox genoemd. Ofwel de dag -  en nacht -  evening. 

In de lente wordt het zonlicht steeds sterker en de natuur begint uit te lopen. Het leven vernieuwt zich, de dagen worden langer. Alles toont initiatief, verbonden met het dierenriemteken Ram.

De natuur wordt uit zijn winterbetovering verlost. In de lente krijgen we nieuwe levenskracht. Vanouds is Pasen het feest van de lentegodin Ostara, die de natuur laat ontkiemen en bloeien. Het oude Ostarafeest werd al lang voor het Christendom gevierd. 

Ostara


Ostara werd als lentegodin op of rond 21 maart op de Isterberg vereerd. Zij was een vruchtbaarheidsgodin. De roodgeverfde eieren met Pasen onderstrepen dit aspect. In vroegere tijden werd zij over de akkers gedragen of gereden om het land te 'zegenen'. Soms was er sprake van het ronddragen van een beeld, soms vertellen verhalen dat de godin in een wagen bedekt met een kleed werd rondgereden. Zij was onzichtbaar. De zegening vond plaats nadat de eerste voor in de akker was getrokken door een gewijde ploeg.

In de buurt van de Externsteine ligt een Ostaraheiligdom. 

We zijn in het Teutoburgerwoud en verblijven redelijk dicht bij de Externsteine. Het boek dat we bij ons hebben geeft informatie over een Ostara Heiligdom daar vlak in de buurt. Op het getekende kaartje ligt het er zo ongeveer náást. Ostara werd op of rond 21 maart als lentegodin vereerd en haar heiligdom bevat drie belangrijke grafheuvels. Het geheel ziet er simpel uit en moet makkelijk te vinden zijn. Maar dat blijkt niet het geval. De grafheuvels liggen op verboden terrein. En dat ene weggetje dat er naar toe leidde hebben we links laten liggen...Op het getekende kaartje lijkt  het een fluitje van een cent..


Lente equinox


De lente begint op 21 maart. Op die dag zijn de dag en de nacht even lang. We noemen dat de voorjaars evening of de voorjaars equinox. De zon staat op dat moment precies in het oosten. Oorspronkelijk werd op deze datum het nieuwe jaar gevierd. 
In de loop van de tijden is er flink geschoven met de datum van het nieuwe jaar. Deze datum is uiteindelijk verplaatst naar 1 januari. Op dit moment wordt er gesproken over een astronomische lente (1 maart) en een astrologische lente (21 maart). OP de eerstgenoemde datum kun je de gegevens van bijvoorbeeld het weer beter tellen.


Kort na het begin van de lente vieren we het Paasfeest. Het Paasfeest is het enige kerkelijke feest dat niet aan een vaste datum gekoppeld is. Het vindt traditiegetrouw plaats op de eerste zondag na de eerste volle maan na de lente equinox (dus de eerste volle maan na 21 maart). Dit feest is daarmee verbonden met de maancyclus. 
De lente-equinox, het moment waarop dag en nacht even lang zijn, werd in 325 vastgesteld op 21 maart. Daarom kan Pasen alleen tussen 22 maart en 25 april vallen.
(De datum van Pasen werd vastgesteld op het Concilie van Nicea, dat werd gehouden in Turkije). 

Met Pasen kennen we voorchristelijke en christelijke gewoontes en rituelen. Sommige gewoonten en rituelen zijn gekerstend en in een nieuw jasje als traditie bewaard gebleven.
De Joden vierden de uittocht uit Egypte, de Christenen gedenken het lijden en de opstanding van Jezus en de natuurvolken vieren het begin van de lente en de vruchtbaarheid. Het nieuwe leven komt overal tevoorschijn. Pasen was in de oudheid een vruchtbaarheidsfeest.  

Een schoon huis en nieuwe kleren

Traditiegetrouw kregen we met Pasen nieuwe kleren. We waren op ons Paasbest. Pasen is nieuw leven, vers eten, een schoon huis en de kachel uit. De winterkleding gingen met mottenballen in de kast en de kniekousen gingen aan. Het maakte niet uit of het warm of koud was.

Met Pasen kregen we nieuwe kleren. De winterkleding gingen met mottenballen in de kast en de kniekousen gingen aan. We waren op ons Paasbest. Die nieuwe kleren waren je 'zondagse kleren'. We hadden ook 'zondagse schoenen'. Door de week droeg je je gewone kleren. De nieuwe kleren hield je netjes. Daar ging je niet mee naar school en ze waren zeker niet bedoeld om buiten te spelen 😉.

Soms is er sprake van een 'vroege' Pasen. Dat heeft te maken met de berekening van de datum. Maar die nieuwe kleren wou je natuurlijk toch dragen. Koud of niet. Dan liep je op zijn Paasbest te bibberen met je blote benen...

De Paashaas en de eieren


Eieren zoeken in de tuin

Al sinds de prehistorie zijn hazen (en konijnen) het symbool voor vruchtbaarheid. De haas plant zich razendsnel voort. Het ei is een heel oud symbool voor nieuw leven ofwel de lente.
De eerste verhalen over de Paashaas zijn geschreven in het Duits en komen uit de 14de eeuw. Emigranten introduceerden hem in Amerika. Ze zijn dus als het ware geïmporteerd. Hij werd gezien als een kindervriend en brave kinderen kregen van de Paashaas een nest gekleurde eieren. De kinderen maakten zelf een nestje in de tuin. 

Eieren zoeken in de tuin. En als het regende verstopten we ze gewoon in huis. Alternatieven zijn er altijd. Maar ze horen in de natuur. Die traditie van gekleurde eieren zoeken, waar komt die eigenlijk vandaan? Eieren staan voor vruchtbaarheid en nieuw leven. Ken je ook het versje van het ei? Best een vreemde tekst eigenlijk, maar we zongen het als vanzelfsprekend 😉.

Eén ei is geen ei,
Twee ei is een half ei, 
Drie ei is een Paasei.

Bij ons is het de Paashaas die de eieren verstopt, in Duitsland legden de kinderen hoedjes of mutsen in de tuin waarin de Paashaas de eieren kon leggen. 
Misschien komt het verhaal van de nestjes wel voort uit het idee dat vogels hun eieren in verlaten hazenlegers legden en de mensen daarom dachten dat het hazeneieren waren? 

En dan moest je ook nog braaf zijn, anders bleven de nestjes leeg. Ik krijg een sterke associatie met het Sinterklaasfeest en het schoenen zetten. Moest je ook braaf geweest zijn anders zaten er geen lekkere dingen voor je in...

En dan is het de vraag waarom de Paashaas eigenlijk de plaats van de kip heeft ingenomen? Of geven kippen hun eigen eieren liever niet weg? 
Overigens kreeg ik als kind wel degelijk een mandje met eieren en een kip. Misschien vonden ze het thuis toch te gek om een haasje op eieren in een mandje te zetten 😉. Trouwens, bij de Palmpaasstokken prijkt ofwel een haas, ofwel een haan bovenaan...


Palmpasen: Paaspalmstokken op de zondag voor Pasen



De palmpaastak was een levensboom in het klein, zoals de meiboom (zie verder) er een in het groot was. De hele bevolking liep in een lange rij door de velden, waarbij er liederen gezongen werden.
Oorspronkelijk werd er een vijg, een krentenbol, een stuk koek, een vijg, een appel en weer een vijg aan geregen. Later werden de palmstokken ook versierd met snoepjes en suikeruitjes. De palmpaastak werd dan naar iemand gebracht die oud of ziek was. Als beloning kregen de kinderen meestal iets lekkers.

De palmpaas zoals ik hem ken bestond uit twee stokken in de vorm van een kruis. Bovenop de stok prikten we een broodhaantje. We versierden het geheel met slingers van snoep en andere lekkere dingen. Na afloop van de kerkdienst brachten we de Palmpaasstok naar oude en /of zieke mensen. We deden dat op de zondag voor Pasen. Je kon die in mijn tijd op je eigen manier versieren. 

Er zijn ook afbeeldingen van de Palmpaas met alleen de rechtopstaande stok. In het boek 'Het Zonnejaar' van Mellie Uyldert staat een afbeelding uit 1795 van 'De Amsterdamse Palmpaaskoopvrouw'. Ze heeft een aantal versierde paasstokken te koop. Er werd een vijg, een krentenbol, een stuk koek, een vijg, een appel en weer een vijg aan geregen.
Dat is interessant, want met de vijg gaan we over de grens toch? Het gaat niet over een vrucht die hier groeit volgens mij. Maar nader onderzoek wijst uit dat de vijg symbool staat voor vruchtbaarheid, overvloed en ontwaken. Past dus precies bij de vruchtbaarheid die met de lente zijn intrede doet. 
Kan je dan de symboliek doortrekken voor de krentenbol en de appel? Ik denk nu even aan het sprookje van Vrouw Holle waar het graan en de appels ook een rol spelen. Maar misschien zoek ik er teveel achter en vallen krentenbrood en koek gewoon onder de categorie 'lekker'? 

In de Katholieke kerk werden kleine ligustertakjes gewijd mee naar huis genomen. Op de site van Mijn Gelderland staat het verhaal over hoe Palmpasen daar gevierd werd: 'Drie ei is 'n paosei'. Je ziet daar ook een foto met kinderen die zo'n palmpaasstok vasthouden.


Paasvuren en vlöggeln

In het oosten hebben de meeste dorpen hun vaste Paasberg. Er wordt hout verzameld voor het paasvuur. Denekamp staat bekend om zijn paasvuur, en Ootmarsum om het vlöggeln, waarbij men hand in hand door de straten gaat in een lange rij. Dat is een oude traditie, die nog steeds doorgang vindt. Tijdens de optocht worden er Ootmarsumse paasliederen gezongen. Het vlögglen begint op de Paasweide en eindigt op de Markt. De oudste 'Poaskearl' loopt voorop. De rij slingert zich door de straatjes en de steegjes van de stad. Bij het eindpunt rolt de lange slinger zich op en worden de kinderen onder hoera geroep opgetild. 

Mellie Uyldert vertelt in haar boek 'Het Zonnejaar' dat de rij onderweg spiralen vormt en zich aan het eind als een spiraal oprolt: de weg van de zon.  De kinderen gaan voor hun ouders staan en worden door hen drie maal omhoog gegooid: aan de zon opgedragen (p. 321). 

Meer over het vlöggeln in Ootmarsum vind je op de onderstaande site: 

De Paasgebruiken in Ootmarsum zijn sinds 2015 opgenomen in de lijst van Cultureel en Immaterieel Erfgoed in Nederland.

In het boek Sprookjes van Vrouw Holle (Karl Paetow) staat het verhaal van Het vlijtige Liesje. Dit sprookje gaat over twee zusjes die geen vader en moeder meer hadden. Ze moesten dus voor zichzelf zorgen en probeerden met spinnen aan de kost te komen. De twee zusjes leken niet echt op elkaar. De ene was vlijtig en werkte hard, de andere was een beetje een luie 'kwebbel'. 

Nou was het een gouden regel dat het spinrokken (zie afbeelding) op de avond voor Pasen leeg moest zijn. Anders kwam Vrouw Holle en maakte er kaf van. Dan was dus al je harde werken voor niets geweest. 

Op de avond voor Pasen zat het ene zusje hard te spinnen om het spinrokken leeg te maken, zoals Vrouw Holle dat voorschreef. Ze werd daarvoor beloond. De andere morgen was haar spinnenwiel veranderd in goud en haar draad was als zijde. 

Het andere zusje was op stap gegaan en te lang weg gebleven. Ze kreeg de schrik van haar leven. Bij haar was al het vlas veranderd in stro. De mooie strengen linnengaren waren veranderd in strohaksel en kaf. Die nacht was Vrouw Holle langs geweest...


Spinrokken (William-Adolphe Bouguereau)

1 en 2 mei: Beltane

Uit: De Meidoorn en de Grasmaan

Op het moment dat de groeikracht van de natuur op zijn hoogst is werd in het verleden het Beltanefeest gevierd. Paren vierden de liefde in de natuur en beloofden elkaar trouw voor een jaar en een dag. Hiermee werd ook de verantwoordelijkheid voor een eventuele zwangerschap genomen. Na afloop waren de partners vrij of konden de keuze maken om bij elkaar te blijven.

De Meiboom


De Meikoningin of Pinksterbruid is het mooiste meisje van het dorp, dat uitgekozen en vereerd wordt. Ze wordt versierd met al het moois dat de dorpsbevolking haar daarvoor komt lenen. Ze heeft een bloemenkrans om haar hoofd en een witte feestjurk met gekleurde linten. 

Ze wordt afgehaald door een stoet meisjes en rondgedragen door het dorp. Bellen rinkelen en liedjes worden gezongen. De stoet mag nergens onderweg stilhouden en onderweg worden giften ingezameld in een zilveren kom. 

Na de ommegang wordt er feestgevierd en getrakteerd van het opgehaalde geld. Na afloop worden alle versieringen aan de eigenaren terug gegeven. 

De kerk heeft de meimaand gewijd aan Maria. Haar altaren worden in die periode versierd met bloemen. Vaak irissen.

Het voorchristelijk feest is gekerstend door de meimaand aan Maria te wijden. 


IJsheiligen (11-15 mei)


Er zijn in totaal vijf IJsheiligen, maar er worden er meestal maar drie genoemd. Dat zijn Pancratius van Rome: 12 mei, Sint Servaas: 13 mei, Bonifatius van Tarsus: 14 mei. Alleen Sint Servaas is een naam die bij mij een belletje doet rinkelen vanwege de Sint Servaas Basiliek in Maastricht. 

De twee andere IJsheiligen zijn Mamertus (11 mei) en Sophie van Rome (15 mei). Zo wordt de periode van de IJsheiligen met twee dagen uitgebreid. Sophie van Rome heeft wel als bijnaam 'koude Sophie' en soms neemt Mamertus de eerste plaats in en schuift Pancratius een plaatsje op. Sophie wordt alleen in Duitsland tot de IJsheiligen gerekend. Ze is daar de beschermvrouwe tegen nachtvorst. 

Natuurlijk hebben deze vijf heiligen niets met vorst of ijs te maken. Het gaat om de data waarop hun feesten gevierd worden. Maar het gaat wél om het weer. Er zijn talloze weerspreuken met hen verbonden.. Vóór IJsheiligen moet je niets planten is de volkswijsheid. Vanaf 15 mei is de kans op nachtvorst nog maar klein. Daarna kan je planten buiten poten of zaaien in de tuin. 

Zou het kunnen dat op die data oorspronkelijk een feest ter ere van de voorjaarsgodin plaatsvond? Dat er in de dagen ommegangen plaatsvonden waarin de mensen smeekten om de gewassen tegen nachtvorst te beschermen? Veel meer konden ze niet doen in die oude tijden. Dan zou IJsheiligen een gekerstende versie zijn van dit godinnenfeest (Bron: Harlindis en Relindis, nr. 2, Maaseik 2021. In deze brochure worden ook de drie eerste IJsheiligen in het rijtje genoemd. De twee laatsten vond ik op de site van de KRO - NCRV (bron).

Pinksteren


Pinksteren komt van ‘pentacosta’. Dat is het Griekse woord voor 50 dagen. Het feest wordt 50 dagen na Pasen gevierd. 

De Joden noemen het feest het ‘Wekenfeest’. Zeven weken na het Paasfeest vierden ze het feest van de eerste oogst in het beloofde land. Ze dankten Jaweh voor de 10 geboden die ze via Mozes gekregen hadden. Het verhaal van Ruth wordt gelezen. In de wet staat dat er altijd iets van de oogst op het land moet blijven liggen voor de armen en de vreemdelingen. 

In Nederland en waarschijnlijk ook in de ons omringende landen werd de laatste schoof bewaard. Dat was niet voor de armen, maar om de vruchtbaarheid van het land zo af te smeken. Er werden ook stropopjes gemaakt. Het gaat hier om vruchtbaarheidsrituelen uit de voorchristelijke periode.

 Met Pinksteren ontvingen de leerlingen van Jezus de Heilige Geest. Ze konden in alle talen praten over Jezus en er werden duizenden mensen gedoopt. Dat was het begin van de kerk. 

De Pinksterbruid

In sommige streken werd de Pinksterbruid gekozen. Ze was in het wit gekleed en had bloemen in het haar. Ze werd rondgeleid of gedragen terwijl men zong: ‘Hier is onze fiere Pinksterblom’. 

Op sommige plaatsen werd een Pinksterboom opgericht: lange staken met bovenin een hoepel, versierd met kleurige linten. Er werd onder gedanst met een lint in de handen.

De dag ervoor werd vooral in Noord-Holland ‘Luilak’ door de kinderen gevierd. 

In de Hoekse Waard wordt Luilak in de nacht voor Koningsdag gevierd. 

Het is Koninginnedag 1986. We wonen bijna een jaar in Mookhoek, een kleine buurtschap in de  Hoekse Waard. Het is een vrije dag, dus we denken ons nog eens lekker om te draaien. Maar dat blijkt een illusie. Rond een uur of drie in de nacht worden we opgeschrikt door het harde geluid van een aantal brommers zonder uitlaat die rondjes rijden door de vier straatjes die het dorpje rijk is. Na een kwartiertje verdwijnen ze. Die nacht komen de lawaaimakers nog een aantal keer terug, net als we de slaap weer gevat hebben. Ze vieren hier Luilak, een voor ons volkomen onbekende traditie...

Zomer: groei


De zomer en het zuiden

Om een uur of 12 staat de zon in het zuiden. Hij staat dan op zijn hoogst. Alles staat dan als het ware in het volle zonlicht. In het zuiden liggen ook de landen, waar we volop kunnen genieten van de warmte. Het zuiden symboliseert de groei en het hoogtepunt van het jaar.


Rood is de kleur van het zuiden, de kleur van de liefde en van de hartstocht. Nog geven we aan onze geliefden rode rozen en sturen we met Valentijn kaarten met rode hartjes. Rood hoort bij de middag en de zomer en wordt geassocieerd met levensenergie en vuur. 
Bij het zuiden hoort het element vuur. Het vuur is altijd als iets heiligs ervaren. In oude tijden gold het als middelpunt van het huis en het gezinsleven. 


Het sprookje van Assepoester

Het vuur mocht in oude tijden nooit uitgaan. Het was van levensbelang. Alleen op bepaalde tijden werd het gedoofd. Dat was als de grote feesten met vuren plaatsvonden. Ook als de koning stierf ging het vuur uit. Het verhaal van Assepoester is nog een echo van dit verhaal. Ze moest bij het haardvuur blijven en opletten. Het was de jongste dochter die voor het vuur moest zorgen. Ze bleef ongehuwd. Als beloning erfde ze de hoeve. Maar wat doe je daarmee als je geen gezin hebt gesticht?

Op onze reis naar Lewis bezochten we de Blackhouses bij Arnol. Daar fotografeerde ik het bordje op de muur. Er staat dat het vuur nooit uit mocht gaan. 


Foto juni 2018

De tekst 'be an teine monach cridhe beantha an teaglaich agus cha bhihte a leig eil leis a dhol às san bith' wordt vertaald als 'het vreugdevuur was het hart van het gezinsleven en het mocht nooit uitgaan' (Google Translate: Schots-Gaelisch).

Het vuur als middelpunt van het gezinsleven

Het Blackhouse no. 42: in de woonkamer brandde altijd een turfvuur. Op de achtergrond is de afscheiding naar de slaapkamer te zien.

De godin Brigid liet in haar tempel het eeuwige vuur brandend houden door 19 maagden.

De Vestaalse Maagden

In Rome werd het vuur gehoed door de Vestaalse maagden. Als de huisvader stierf werd het vuur tijdelijk gedoofd, als de koning stierf moesten alle vuren als teken van rouw gedoofd worden.

Vuren werden op regelmatige afstand van elkaar aangestoken en het nieuws ging als een ‘lopend vuurtje’ door het land.

Het element vuur is goed te herkennen in de dierenriemtekens Ram, Leeuw en Boogschutter. De optimistische plannen van de Ram, het stralende en koesterende van de Leeuw en het niet te stuiten enthousiasme van de Boogschutter zijn hier voorbeelden van.


Rituelen met vuur zijn het branden van kaarsen, de vuurloop, het roken van de heilige pijp, het branden van Paasvuren en het afsteken van vuurwerk.


Zomerzonnewende 

21 juni: Zomerzonnewende

24 juni: Sint Jansfeest 

In de zomer is het leven vervuld van zon en licht. De mensen genieten van het buiten zijn, gaan op vakantie, vrijen en geven zich over aan de feestvreugde in de lange zomerse nachten. In de zomer is de zonnekracht op zijn hoogst. Het Sint - Janskruid is op de top van zijn bloei. De laatste uitlopers van de haag noemde men de Sint - Jansloten. Ze werden gesnoeid na het Sint - Jansfeest. 

De natuur rust uit, voor de mensen begint de vakantie periode. De energie om te werken ontbreekt. Wie toch moet werken teert op zijn reserves. 

Sint - Jan was vroeger het grootste feest van het jaar. Net als de zon staan de wagenwielen en de spinnenwielen drie dagen stil. 

Eigenlijk is het best raar dat we op 21 juni spreken van Midzomer, omdat die dag de zomer pas begint. Dat heeft te maken met het feit dat de zon die dag op zijn hoogst staat. Het is de langste dag en na een stilstand van ongeveer drie dagen maakt de zon een kortere boog en worden de dagen korter tot de midzomerzonnewende. Een betere naam voor midzomer is dan ook de zomerzonnewende of de midzomerzonnewende. 

Wat voor de zomerzonnewende geldt, geldt ook voor midwinter. Het is de winterzonnewende waarna de dagen langzaam langer worden tot de zomerzonnewende weer aan de beurt is. 

Midzomervuren 

Op het Sint- Jansfeest werden ook  vuren aangestoken. De traditionele Sint-Jansvuren. In Noorwegen is het nog altijd traditie. In de loop van de tijd heeft deze hoog-zomerdag de naam gekregen van Johannes de Doper (geboortedag). Op die manier is het voorchristelijke midzomer feest gekerstend en kan het feest met dit extra laagje door de mensen nog steeds gevierd worden.

Er worden midzomervuren ontstoken op heuvels en bergen. Daar dreven de boeren het vee door en de jonge mensen sprongen er door heen. Dat bracht vruchtbaarheid en beschermde tegen ziek zijn. De wagenwielen van de boeren werden met stro omwonden en door het vuur gerold, de helling af en de landen door. Daar achter stak de gedachte dat het zonnevuur de levenskracht bracht. Mensen en velden werden dus vruchtbaar door deze handelingen. 

De avond ervoor waren alle haardvuren gedoofd. Het nieuwe vuur werd door de priester aangestoken en iedereen nam het mee naar huis (fakkel, tak) om er het haardvuur weer mee aan te steken. 

Het vuur mocht het hele jaar niet uitgaan en de jongste dochter moest er op letten (Zij sliep naast de haard, trouwde niet en zorgde voor de ouders. Als beloning daarvoor erfde ze de hoeve). Alleen voor midwinter en voor midzomer lieten de mensen het uitgaan om het daarna opnieuw te ontsteken aan het nieuwe , door wrijving van hout of door een brandglas aan de zon ontleende vuur. De mensen dansen in lange spiralen rond de berg naar het voorbeeld van de zon. 

 Sint - Jansnacht 


In de Sint - Jansnacht of op de dag er voor werden geneeskrachtige kruiden verzameld, vooral het Sint - Janskruid met zijn opgeslagen zonnekracht. Die kruiden werden in bundels aan de hanenbalken gehangen, in zogenaamde kruidwissen. 

In de Sint - Jans nacht schept men heilzaam water en in de ochtend wentelt men zich in de dauw, voor schoonheid en gezondheid. Men ziet de Sint - Jansnacht als een scheiding tussen de twee spiralen Een betoverende nacht waarin voorspellingen thuishoren. 

Sint Janskruid


Sint Janskruid is een van mijn lievelingskruiden. Misschien omdat het ook een beetje bij me past. Het is een kruid dat sterk verbonden is met de zon. Hoe meer zon, hoe meer bloemen er bloeien. De bloemen bloeien maar één dag, en dat een maand lang. Er zit geen systeem in de bloei, de bloemetjes lijken zich willekeurig te openen. Sint Janskruid is het zonnetje in huis...


Rond Sint-Jan begint de plant te bloeien. 
Het wordt de dag voor de langste nacht verzameld


Lughnasadh of Lammas (1 augustus)


Hartjesdag


Hertjesdag of Hertha's dag (1 augustus)

Hartjesdag is ook een bijna vergeten dag. Het feest vindt zijn oorsprong in de Middeleeuwen. In de streek rond Haarlem mocht het gewone volk op de derde maandag in Augustus meedoen de hertenjacht. (De eerste maandag na Maria Hemelvaart). De geschoten herten werden grote spitten op straat geroosterd en onder het genot van vele pullen verorberd. Toen er van jagen geen sprake meer as bleef Hartjesdag toch een feestdag. Mensen klommen op de duinen en lieten zich eraf rollen en er werden grote vuren ontstoken. 

Nog later kwam er jaarmarkt en kermis voor in de plaats.  Door de eeuwen heen veranderde Hartjesdag in een volksfeest. De stadspoort bleef een uur langer open, en het huishoudelijk personeel kreeg vrij.
Hartjesdag een van de weinige gelegenheden om met elkaar in contact te komen en 
dé kans om aan een vrijer te komen en te ontsnappen aan een leven als voor 'meisje voor dag en nacht'. Jongens en meisje bij elkaar als in mei, maar nu in de laatste uitbundigheid van de zomer, waaruit in de lente de kindertjes voortkwamen 
Het was ook een kinderfeest, waarbij de kinderen verkleed langs de deuren gingen om een liedje te zingen. Met het daarmee opgehaalde geld werd er vuurwerk gekocht. 
Het werd een soort Protestants Carnaval.  Mannen verkleedden zich als vrouwen en andersom.  

Hartjesdag werd in 1943 door de Duitsers verboden. Er worden op deze dag nog steeds vuurtjes in de straten gestookt.  De laatste jaren wordt het feest nieuw leven ingeblazen in de Amsterdamse zeedijkbuurt.
 

Hartjesdag: Hertha 's dag 

Er wordt ook een link gelegd met de aardegodin Irtha of Herhta. Zij had de zorg voor de vruchtbaarheid van plant, dier en mens en daarmee verbonden ook voor het vrijen.
De aardegodin heeft vele namen.  In Duitsland is er een bron gewijd aan de aardegodin (de Hollestein).
In de Paasnacht moesten de meisjes die hun schoonheid wilden behouden zich tussen elf en twaalf wassen. Zonder geluid, anders werkte de magie niet. Natuurlijk probeerden de jongens ze aan het lachen te maken.

Als je getrouwd was en je wilde een kind, dan werd er aangeraden om op de meiavond of de kerstavond (de avond ervoor dus), een bad te nemen in de kleine vijver in de grot. 
En de aardegodin zou de hartenwensen van de ongetrouwde vrouwen vervullen wanneer ze bloemen op de offersteen even buiten de grot legden. 
In Naarden een plaats waar de bomen van Hertha stonden en waar altijd recht was gesproken.

Om zich van vruchtbaarheid te verzekeren vroegen de boeren bescherming van de Godin. Een beeld van een godin werd op een ossenkar rond de akkers gereden om het gewas te laten groeien. Zo werd het beeld van de moedergodin Hertha ook meegenomen in een ommegang rond de velden. Later zouden de christenen  de beelden van Maria rond de velden  dragen.

Herfst: opruimen


Het Westen geeft een beeld van de levensavond. Als het avond is gaat de zon in het Westen onder. We hebben het grootste deel van de dag achter de rug en bereiden ons voor op de nacht. Ze noemen het Westen in verhalen ook wel het Avondland.
Zwart of donkerblauw is verbonden met het Westen. Zwart geeft het naar binnen keren aan, waardoor je contact kan met de dingen, die nog liggen wachten op verwerking. 
's Avonds en in de herfst kunnen we voldaan terugkijken naar het werk dat gedaan is. 
De herfst begint op 21 september, opnieuw zijn de dag en de nacht even lang (herfstequinox).
 
Het Westen is verbonden met het element water. Water staat symbool voor emoties en het westen is verbonden met de avond en de levensavond. De tijd om in je zelf te keren en de confrontatie aan te gaan met je emoties. De tijd om terug te keren naar de brom 
In de dierenriemtekens Kreeft, Schorpioen en Vissen staan emoties centraal. 
Bij Kreeft gaat over de manier waarop je ouders en familie je zorg en veiligheid boden tijdens je kinderjaren. Schorpioen geeft je de mogelijkheid om die onbewuste emoties in het licht te brengen en te verwerken Het teken Vissen staat symbool voor de heelheid die je terug kan vinden in jezelf. 

Rituelen met water zijn de doopceremonie, het baden of het wassen.

21 september: Herfst equinox

In de herfst zijn de dag en de nacht weer even lang. Maar nu verloopt het proces anders om. De nachten worden langer en de dagen worden korter. We keren meer naar binnen, gaan weer meer binnenshuis en we doen meer met ons hoofd. 

Sint Joris en Sint Michael


Er is het vergeten feest van Sint - Joris en de draak. Die draak zo vreselijk, dat de legers voor hem op de vlucht sloegen. Om hem rustig te houden offerden de mensen elke dag twee schapen. Toen de veestapel slonk, moest er elke dag één schaap en één mens aan de draak gegeven worden. Op een dag was de dochter van de koning aan de beurt. Toevallig kwam Sint Joris langs en wapende zich met het teken van de het kruis. Hij versloeg de draak en redde de prinses het leven. Die dag werden er honderden mensen gedoopt. 
De feestdag van Sint Joris wordt gevierd op 23 april. 

Sint Michael is een engel, die de draak bestrijdt. De draak werd neergeworpen op aarde en werd de vijand van de mensen. Zijn feestdag valt op 29 september. Soms wordt hij afgebeeld als een ridder op een paard. Op dat moment wordt er gesproken over Sint Joris die de draak verslaat. 

Kermis 

 
Na de zomer volgt de kermis. We moeten omkeren van richting. We kunnen draaien en schommelen en tollen naar hartenlust. We kunnen ons uitleven op alle gebieden. De kop van Jut, de schiettent, het spookhuis bieden allemaal mogelijkheden om ons te ontdoen van onze overtollige energie en angsten.  Sint Joris en Sint Michael

Vrijersmarkten

In september waren ook de vrijersmarkten. Zo was er vroeger  in oud - Beijerland de 
zogenaamde kijkparade op de vier zondagen in oktober. De eerste zondag was kiesdag (maken oogcontact), de tweede zondag was koopdag (de zakdoek van het meisje werd afgegrist), de derde zondag was neem-dag (ze vormden een paar), de vierde zondag ging de jongen op bezoek bij het meisje thuis. Hij bracht een kermiskoek mee. (Bakkers maakten koeken de naam het meisje) Kreeg hij het kapje bij de koffie dan was hij afgewezen. Kreeg hij het middenstuk dan betekende dat verkering. Dit duurde tot het einde van de 18e eeuw. Nu is dat allemaal verleden tijd.

Samhain of Halloween (van 31 oktober op 1 november)


11 november: Sint Maarten 



Dit is zijn verhaal in het kort. Sint Maarten is geboren in Hongarije en leefde van 316 - 397. Martinus, zoals hij toen heette werd als jongen van 15 soldaat in het leger van de keizer. Op een koude winterdag kwam hij een bedelaar tegen, die huiverde van de kou. Hij deelde zijn soldatenjas met de bedelaar door die met zijn zwaard in tweeën te snijden. 
Martinus voelde zich niet thuis in het soldatenleven. Toen hij achttien was, liet hij zich dopen. Hij werd monnik en stichtte in Frankrijk verscheidene kloosters. In 372 werd hij gekozen tot bisschop van Tours. Daar werd hij op 11 november begraven.

Bedelfeest

Oorspronkelijk was Sint Maarten een bedelfeest. Arme mensen mochten die dag langs de deuren en kregen voedsel om de winter te kunnen overbruggen. Weer later gingen arme kinderen langs de deuren met het zelfde doel. 

In het boek 'De Volksvermaken van Jan ter Gouw wordt een completer beeld gegeven waaruit de gaven van de 'rijken' dan wel bestonden. In Utrecht en Holland werd op de dag voor Sint Maarten 'de broodkorf geschud'. De broodkorven werden leeggeschud voor de bedelaars. De uitdeling vond plaats ter ere van Sint Maarten. Op die avond verzamelden kinderen appels, kastanjes, noten en mispelen. Een mispel is ook een vrucht. Die mand werd dan 's avonds boven het Sint-Maartensvuur gehangen en geschud. De kinderen dansten er vrolijk omheen en zongen liedjes. Door het schudden vlogen de geroosterde vruchten uit de mand en ontstond er een run op om ze te pakken te krijgen. Ik krijg een soort associatie met de pepernoten die met Sinterklaas uitgedeeld worden door ze te strooien. Ook dan proberen kinderen ze zo snel mogelijk te pakken te krijgen.  

Een kinderfeest

11 november is uitgeroepen tot zijn feestdag. Kinderen lopen in een optocht met lampionnen langs de deuren en zingen liedjes voor de bewoners. In ruil daarvoor krijgen ze iets lekkers. In plaats van een lampion werden ook uitgeholde pompoenen of voederbieten gebruikt. Die pompoenen vind je dan weer terug bij het voorgaande feest van Halloween. 

Sint Maartensvuren

Een traditie die ook bij Sint Maarten hoort is het aansteken van het Sint Maartensvuur. Er zijn plaatsen, waar men op 11 november strovuren aansteekt om de zegen van de heilige Martinus af te smeken over de (fruit)oogst van het volgende jaar. Sint - Maartens vuren zijn de christelijke invulling van vroegere Germaanse vuren ter ere van de god Wodan. 

Het hoofdstuk over Sint Maarten bij Jan ter Gouw (DeVolksvermaken, p. 238) vind ik er meer over. Het begint met het kleine rijmpje: 

Sint Maarten is zoo koud,
Geeft een stukkie turf of hout!

Het zijn de jongens uit Ootmarsum die dit zingen. Ze slaan met stukken hout en knuppels op de deuren en vensterluiken van de bewoners. Die haastten zich natuurlijk om ze te geven waar ze om vragen. Die stukken turf en hout hadden ze nodig om het Sint-Maartensvuur op te bouwen. In de middeleeuwen braken ze letterlijk de tent ervoor af en namen alles wat van hout was en konden gebruiken mee. Daar werden de mensen niet blij van...

Nadat het vuur aangestoken was dansten ze daar om heen. In sommige streken werden fakkels en lantaarns gebruikt om de stoet te verlichten. Die maakten op hun beurt plaats voor uitgeholde pompoenen en voederbieten en nog later voor lampionnen.  

'Zo werd de herdenking van Martinus' begrafenis aangegrepen om Sint - Martinusvuren aan te steken. Met dit ritueel werd het begin van de winter gevierd. Ook het einde van de wijnoogst werd op dat moment gevierd en dat ging gepaard met het drinken van Sint-Martinuswijn. Een ander gebruik was het eten van de Sint - Martinusgans naar aanleiding van de jaarlijkse ganzentrek en de opening van de ganzenjacht. Het feest van Sint - Martinus werd dus van oudsher op ruime schaal gevierd en groeide uit tot een ware kermisdag' (citaat Harlindis en Relindis, nr. 2, Maaseik, 2021)

Grappig dat ik in het boek van Jan ter Louw ook een rijmpje terugvindt dat terug wijst naar de gans (p. 240). Het liedje komt uit het boek 'Groninger Volksam' uit 1843. 

Kip, kap, kogel,
Sinte Meertens vogel 

Slachtfeest

Op de site van de Wereld Feesten Almanak lees ik een stukje over de achtergrond van het feesten, zoals dat ook beschreven in de brochure van Maaseik. Rond deze tijd vonden van oudsher de slachtfeesten plaats.

'Op het platteland was het rond 11 november eigenlijk altijd al feest. De oogst was van het land en het vee weer op stal. Het graan lag in de schuur, de nieuwe wijn in de kelder en het was tijd om vetgemeste dieren te slachten. Daarbij hoorden bruisende feesten met overvloedige maaltijden, veel drank en plezier. 

Tijdens een synode van 590 verzette de kerk zich tegen de overname van deze heidense 'woeste feestgelagen'. Die feesten natuurlijk niet in het kerkelijk leven. Maar door de herdenking van de heilige Martinus vielen de slachtfeesten samen op 11 november. Vandaar dat de ganzen en de wijn een rol spelen op deze oorspronkelijk kerkelijke feestdag. De religieuze betekenis is steeds minder geworden. 

Wat ik in verschillende bronnen tegenkom is dat na 11 november een vastentijd van veertig dagen begon. Dan kon je je op 11 november nog flink tegoed doen aan lekker en veel eten en drinken. Daarna werd je geacht een sober leven te leiden tot kerst. Die veertig dagen eindigen dan op de winterzonnewende op 21 december. 


Allerheiligen en Allerzielen


Op dezelfde site lees ik nog een stukje over de datum van 1 november. Dat is de dag waarop  Allerheiligen wordt gevierd. Op die dag worden alle heiligen herdacht. Op 2 november vieren we Allerzielen. Dat is de dag waarop we alle overledenen herdenken. Door de invoering van de Gregoriaanse kalender is er een tijdsverschil ontstaan van 10 dagen. Kan het zo zijn dat de viering van Sint Maarten dan in het verleden samenviel met Allerheiligen? Het is maar een gedachte...


Opeens heeft Sint Maarten een plekje veroverd tussen de reclames op de televisie. Grappig, want op deze manier wordt de datum ervan in je geheugen getimmerd. Dat het feest op 11 november gevierd wordt is me bekend. De plaatjes van kinderoptochten met lampionnen zitten in mijn hoofd. Maar zelf heb ik er nooit aan meegedaan. Ik ken de verhalen over Sint-Maarten die zijn mantel in tweeën deelde en de helft aan een arme bedelaar gaf. Zijn die lampionnen en het snoep dat we scoren dan zomaar uit de lucht komen vallen?





De Pieten waren leuk en grappig. Ze zwaaiden met de roe, strooiden pepernoten en wisten alles van je. Dat kwam omdat ze in opdracht van Sinterklaas door de schoorsteen gluurden om ons af te luisteren. De oude man kon moeilijk bij elk huis van zijn paard afstappen en moet al moeite genoeg gehad hebben om op de rand van het dak te balanceren. We hadden nog een kolenkachel en een schoorsteen om onze schoen voor te zetten. Een wortel er in voor het paard en wat lekkers er in als tegenprestatie. 

Klompjes met lekkers

Er zijn verhalen over de Germaanse god Wodan die op een schimmel door het luchtruim raasde. Dat paard heette Sleipnir en had acht poten. Hij had een hulpje bij zich om door de rookgaten in de primitieve huizen te kijken. Want als je al niet af kan stappen terwijl je met je paard op een dak balanceert, dan kun je dat zeker niet als je nergens kan landen. Het hulpje werd roetzwart van de rook.

Mensen verlangden naar een nieuwe vruchtbare periode en de terugkomst van de zon. Wodan kon je belonen of straffen. En je hoopte natuurlijk op beloning. Het zijn verhalen die terug gaan naar de tijd dat de seizoenen en het licht de cyclus van het jaar bepaalden. Hoe donker en koud moet het geweest zijn in al lang vergeten tijden. 

Sinterklaas heeft een aantal trekjes van die oude Germaanse god. Hij rijdt rond over de daken. In zijn tijd hebben de huizen een schoorsteen. En pas als mensen hebben leren schrijven komt er een boek. De roe als symbool van vruchtbaarheid en de pepernoten die daar ook voor staan, het varkentje met eenzelfde symboliek, ze raken allemaal in het vergeetboek. Trouwens, dat strooien van rijstkorrels als mensen trouwen hoort ook bij deze reeks. 


Sinterklaas als huwelijksmakelaar

Een van de functies van Sinterklaas was die van huwelijksmakelaar. Naast kindervriend was hij in het verleden ook  'hylikmaker'. Daarbij speelde de speculaaspop een belangrijke rol. Je gaf een 'vrijer' aan degene waar je een oogje op had. Als je dus rond 6 december een koek kreeg in de vorm van een pop gold dat als stille liefdesverklaring. Harten van marsepein waren er ook. Als je ze allebei kreeg was de boodschap niet mis te verstaan...

Offerkoeken

Uit verschillende bronnen komt naar voren dat de koekplank een heidense of voorchristelijke oorsprong kent. Offers van broodfiguren werden geschonken aan de Noord-Europese god Freyr. Hij werd gelinkt aan de zon en de vruchtbare aarde. Daarnaast wordt hij verbonden met huwelijk en geboorte. 

Voor die offers van broodfiguren moeten we dus een eind in de tijd terug gaan. De tijd waarin mensen voor hun gevoel afhankelijk waren van de gunst van de goden. Het weer, de vruchtbaarheid, rampen en voorspoed kwamen 'van boven'. Zeker in de donkerste tijd van het jaar zullen de mensen de goden gunstig hebben willen stemmen. Met name de oogst zal voor hen een belangrijke factor geweest zijn. De stap van graan naar brood naar koek is niet al te groot. Bij Nehellenia zien we dat er ook fruit geofferd werd (zie link bij gerelateerde blogs).

Als Noordse vruchtbaarheidsgod heeft Freyr zijn taak in latere tijden overgedragen aan Sint Nicolaas. Bij het overgaan naar de tijd van christelijke heiligen heeft de offerkoek zijn plaats behouden. Zo ontstond de gewoonte om met Sinterklaas een speculaaspop aan je stille liefde te geven. De naam vrijer zou aan de god Freyr ontleend zijn. Sint Nicolaas was niet alleen een kindervriend, maar ook een huwelijksmakelaar. Vruchtbaarheid blijft een belangrijk thema. 

Sinterklaasmarkten

De Sint-Nicolaasfeesten ontstonden in de late middeleeuwen. Na het kerkbezoek kon je er terecht voor je sinterklaasaankopen. Dat ging er soms roerig aan toe.
De koeken werden verkocht op jaarmarkten en kermissen waar de jeugd samen kwam. Ze werden vrijers genoemd en konden de vorm hebben van een man, een vrouw, of een paar. Je gaf zo'n vrijer of vrijster aan je beoogde liefje. Soms gingen deze 'huwelijksaanzoeken' gepaard met een hart van marsepein en een mooie tekst. Dan was de boodschap helder. De vraag was of je de vrijer aannam of teruggaf aan de gever. Of misschien verliet je de Sinterklaasmarkt wel met een gebroken hart...


De hele santenkraam werd verboden

Na de Reformatie werd het verboden om heiligen uit te beelden. Ook de Sinterklaasmarkten werden in de ban gedaan. Delft was een van de steden waarin het verboden werd om deze feestdag te vieren. Op andere plaatsen werd het verboden om je schoen te zetten en je mocht ook geen sinterklaas snoepgoed op straat aanbieden. In Hoorn werden santen en santinnen in 1626 samen met crucifixen als ongewenst beschouwd. De sant kan ik wel thuisbrengen, maar de santin stelt me voor een raadsel als het gaat om 5 december. 
In Amsterdam leidde het verbod tot een volksoproer. En het volk won. Pas aan het einde van de negentiende eeuw verdween de Sinterklaasmarkt uit het straatbeeld. 


St. Niclaes  avont verboden  opte marct met waren voor te staen.
Marge Keurboek gemeente Delft (Open Domein)


Over de Santenkraam gesproken

Zou het kunnen zijn dat de vrijers en vrijsters in de plaats gekomen zijn van de santen en santinnen? In dat geval is de hoog-opgaande hoofdtooi begrijpelijk, is de gedachte van de schrijver van het boek Koekplanken. Is de veerachtige tooi op de speculaaspoppen-van-toen een afleiding van de stralenkrans op het schilderij van Jan Steen (zie onder) vraagt hij zich af? Of is het simpel terug te leiden naar de mode van die tijd? 

Het verbod om heiligen af te beelden werd door Jan Steen omzeild. Het popje op het schilderij met de titel Sint Nicolaas avond heeft een stralenkrans rond het hoofdje. Op de koekplanken verschijnt de heilige Nicolaas  'vermomd' als ruiter.  De bisschopsmantel ontbreekt en hij draagt geen baard. Wel met manden vol gaven en herkenbaar aan de drie jongelingen in de ton die volgens de legende door hem weer tot leven gewekt werden (1). Later komt de bisschopsmantel weer terug. Overigens zijn de koekplanken met Sint Nicolaas zeldzaam. 
Je zal het geloven of niet, zelfs het bakken en verhandelen van 'ruyters' werd in Utrecht verboden tussen 1 en 8 december (2). Het verbod gold ook voor koeken met vruchtbaarheidssymboliek.


Het popje van Jan Steen: Het Sint-Nicolaasfeest (Open Domein)


Een eeuwenlange traditie

Langzamerhand is het feest van karakter veranderd. We geven elkaar geen speculaaspop meer als symbool van onze verliefdheid. Vruchtbaarheid speelt geen rol meer in onze huidige tijd. Sinterklaas is gebleven als kindervriend. We vieren het feest met cadeautjes, surprises en gedichten en kinderschoenen worden gevuld met lekkers. Daar moet je wel voor zingen dan...
Ze zijn er nog steeds: de poppen van koek in de vorm van een man of een vrouw.  Ze worden gebakken van taai-taai en speculaas. De functie van vrijer hebben ze achter zich gelaten. 
Hebben de vrijers en vrijsters op hun beurt plaatsgemaakt voor de gebakken Abrahams en Sara's? Ik kan de oorsprong ervan niet achterhalen. In ieder geval kun je dan spreken van oude vrijsters 😉.

Speculaasplank

Bronnen
Delcart, André, Winterfeestengebak, mythen, folklore, tradities, 2007, p. 76-77
Ellis Davidson, H.R, Gods & Myths of Northern Europe, 1972, p. 102
Eeden, Ed van, Wie de koek krijgt, wie de gard, 1991, p.47, 48
Meer, Annine van der, Vrouw Holle en de verborgen wijsheid van sprookjes, 2017
Schilstra, J.J, Koekplanken, 1961

Er zijn drie kandidaten die rond midwinter door de lucht reizen met een rode mantel en een witte baard. Het vervoer varieert van paarden tot een arrenslee. Benieuwd wie dat zijn?

De oudste kandidaat is de Scandinavische god Wodan. Hij is de oppergod van de Germaanse goden. Zijn attribuut is de speer met de naam Gungmir. De betekenis ervan is: 'Ga snel'.
Wodan draagt een lange witte baard. Gekleed in een rode mantel en een hoed met een brede rand reist hij op zijn schimmel Sleipnir door de donkere luchten. Het bijzondere aan het dier is dat het acht poten heeft. Misschien om te benadrukken dat het heel hard kan 'draven'? Sleipnir kan zo snel rennen als de wind. Het paard doet zijn naam 'Sluip snel' met recht eer aan.
Wodan deelt geschenken uit aan mensen die een beloning verdiend hebben. Zijn twee raven Huginn en Muninn luisteren voor hem door het rookgat. In andere verhalen neemt een knechtje die taak over. Hier is het Eckart, die voor Wodan door de rookgaten van de huizen kijkt. Van rookgat naar schoorsteen is maar een kleine stap.

De rode mantel en de witte baard zien we terug bij zijn twee opvolgers: Sinterklaas en de Kerstman. Net als Wodan reizen zij door de lucht. De goedheiligman berijdt een witte schimmel, de kerstman laat zich vervoeren in een arrenslee die getrokken wordt door negen rendieren. Rudolph the Red-Nosed Reindeer (van het bekende liedje) is de leider van het span.
 
Rijden door de lucht garandeert een snelle aflevering van cadeautjes en schoorstenen zijn goed herkenbaar op de verschillende daken.

Het feest van Sinterklaas stamt uit de Middeleeuwen. Het is het meest bekend in het noordelijke deel van Europa. De datum van zijn verjaardag valt samen met de kerkelijke feestdag van de bisschop van Myra. Sinterklaas komt van overzee uit Spanje. Eenmaal aan land rijdt hij net als Wodan met zijn schimmel door de lucht. De speer is vervangen door een staf. Ze delen de rode mantel en de witte baard.

Houtgravure uit het boek De Volksvermaken van Jan ter Gouw

Tijdens een bezoek aan een tentoonstelling in het Catharijne Convent (Utrecht) oog in oog met de heilige Nicolaas in een tabernakelschrijn. Deze schrijn werd geopend op zondagen en sommige feestdagen. Door de ontbrekende deurtjes is de schrijn net niet compleet. De scènes op de luiken stellen momenten uit zijn leven voor. Links de inwijding tot priester en de inzegening tot bisschop, rechts zijn twee legendes in beeld gebracht. De eerste legende gaat over drie geredde onschuldigen. De tweede over drie onterecht veroordeelde veldheren.
Er zijn trouwens meer dan 20 legendes over de goedheiligman bekend.

Het mag duidelijk zijn dat de bisschop van Myra niet vereenzelvigd kan worden met de 'wildemannen' die in de donkere dagen het luchtruim onveilig maakten. Maar soms gaan dingen zoals ze gaan en versmelten twee figuren in één tot een mythisch persoon. Zelfs de dag waarop het feest gevierd wordt valt samen met de naamdag van de heilige. Toch is die witte schimmel niet weg te denken bij het oude kinderfeest. De oude Sint wordt traditioneel nog altijd door ons op het paard geholpen 😉.



Sint-Nicolaas in tabernakelschrijn, Aragon (Spanje), eerste helft veertiende eeuw
Barcelona, Museu Nacional d'Art Catalunya.

De Kerstman bestrijkt een groter deel van Europa. In  Engeland brengt Father Christmas sinds de zeventiende eeuw cadeautjes voor brave kinderen. Zijn woonplaats werd gesitueerd op de Noordpool. Het feest verspreidde zich naar Frankrijk (Père Noël) en Spanje (Papá Noel). In het laatste geval komt dat goed uit, want als de goede gever uit de buurt zou komen is de kans dat je hem tegen het lijf loopt groot.

In Amerika is de kerstman een soort dubbelganger van onze Sinterklaas. Hij werd geïntroduceerd door emigranten in de achttiende eeuw. De naam Santa Claus is afgeleid van Sinterklaas en 'meegenomen' uit Nederland. Father Christmas versmolt daar in de loop van de tijd met Santa Claus.

Naast de gemeenschappelijke kenmerken vallen de verschillen in uiterlijk op. Zet maar eens een vrolijke kerstman met een bolle buik naast de oude man met staf en mijter zoals wij de figuur van Sinterklaas kennen. Er bestaat geen twijfel over wie we voor ons hebben 😉.


Sint Lucia

Sint Lucia is geboren in in Syracuse (Sardinië). In 301 is ze gestorven als een christelijke martelares. Haar feest wordt gevierd in Italië, maar ook in Zweden. Dat komt omdat ze niet alleen door de katholieke en oosters-orthodoxe christenen wordt vereerd, maar ook door de lutheranen in Scandinavië.
Naast Zweden wordt het Luciafeest ook gevierd in Noorwegen, Denemarken, Finland en IJsland. In Italië en Kroatië wordt de naamdag van Sint Lucia op een andere manier gevierd.

De feestdag van Sint Lucia is 13 december. In Zweden vervult ze de rol van de lichtfee. De vieringen hebben veel overeenkomst met joelfeesten tijdens de zonnewende uit de voorchristelijke tijd. In Italië deelt ze geschenken uit aan brave kinderen. Ze komt langs de deuren met haar ezeltje en haar helper. In Zweden klopt dan weer een kerstkaboutertje met een harde bons op de deuren. Daarna gooit hij cadeautjes naar binnen. Wel in ruil voor een bordje pap 😉. 

Kerstkaart met Lucia en kaarsen (Open Domein)


Een paar stukjes uit: Sint Lucia: Lichtfee en Sinterklazien

Aan het hoofd van een processie

In Zweden en andere Scandinavische landen worden ieder jaar door het hele land meisjes verkozen om Sint Lucia uit te beelden. Zij mag aan het begin van een processie lopen met de kaarsenkroon op haar hoofd. Achter haar volgen meisjes die kaarsen vasthouden. Zij dragen geen kroon. Die eer is voorbehouden aan de uitverkoren Lucia van dat jaar. 

Broodjes op een zilveren dienblad

Het Sint Luciafeest wordt ook thuis gevierd. De jongste dochter wekt in de nacht van 12 op 13 december haar ouders met warme drank en lekkere broodjes. Ze draagt de Luciakroon op haar hoofd. Op een zilveren blad liggen 'Lussibakelse' (Lucia baksels). Die bestaan onder andere uit peperkoeken en saffraanbroodjes. Die broodjes zijn gebakken koeken in de vorm van een S (lussekatter). 

Sinterklazien

In Italië lijkt het feest van Sint Lucia aan de ene kant een beetje op Sinterklaas en aan de andere kant op de kerstman. Allebei de figuren wedijveren met elkaar om brave kinderen te belonen met geschenken. Zelfs Grootvadertje Vorst uit Rusland past in deze traditie. Wie kon nou bedenken dat Sint Lucia in de nacht van 12 op 13 december met een ezel en haar helper Castaldo op pad zou gaan om kinderen geschenken te brengen? 
De ezel Tobia trekt een houten kar vol met cadeautjes.  Brave kinderen krijgen cadeaus en 'stoute' kinderen moeten het doen met kolen. En weet je dat ook zij door de lucht reist? En dat het rood van de Sinterklaas en de Kerstman ook bij haar terug te vinden is? Ze draagt een mooie rode hoed en rode schoentjes lees ik op de site van Modern Prinsenbeek (zie websites). 

Wat doet vrouw Holle hier?

Op het onderstaande plaatje heeft Vrouw Holle een kroon van kaarsen. Het grappige is dat je bij Vrouw Holle alleen het beeld voor je ziet van een oude vrouw. Althans, dat geldt voor mij! Hier wordt ze afgebeeld als een jonge winterkoningin. Ze brengt het licht en lijkt verdacht veel op Sint Lucia met de krans van kaarsen op haar hoofd. En dat blijkt te kloppen 😉.

Over deze afbeelding heb ik een tijdje zitten puzzelen. Zeven kaarsen en zeven sterren. Spiegelen de kaarsen het licht van de sterren? Is het een verwijzing naar de Plejaden of gewoon een mooi getal?
Appels en graan staan symbool voor de vruchtbaarheid. Die appels vinden we ook terug bij de godin Nehalennia. Het haasje aan haar voeten zou voor de lente kunnen staan, dus voor het nieuwe leven. Gaat het hierbij om de vier seizoenen? Voorjaar (haas), zomer (graan), herfst (appels) en eekhoorn (wintervoorraad)? 
Maar het eekhoorntje is in dit kader toch een vreemde eend in de bijt. Heeft het misschien een andere betekenis? Kan je het zien als boodschapper van de goden? Het diertje rent langs de stam van de wereldboom, de yggdrasil op en neer om de boodschappen van de onderwereld naar de bovenwereld te brengen en andersom. Diezelfde functie moet het hebben op de schouder van de Ierse godin Medb. Hij zat samen met een vogel op haar schouders. 

Volkomen onverwacht kom ik een stukje van de puzzel tegen in het boek van de Friese Volksgebruiken. Ik citeer:' Naast de mannelijke Julenisse staat de Zweedse Lussi, ook Perchta of vrouw Holle, die in tal van Europese sagen  wordt betrokken in het schenken van brij' (p. 507).

'Vrouw Holle werd gekerstend tot de goede gaven en geschenken brengende Sint Lucia, die voor Zweden als de personificatie van de Joeltijd dezelfde betekenis heeft als Sinterklaas voor Nederland' (p.517). O, zit dat zo? Dit is een nieuwe invalshoek, die ik wel kan plaatsen. Zo wordt Vrouw Holle in een nieuwe rol  ingelijfd in de kerkelijke traditie...Een rol die haar wel past 😉.


Vrouw Holle (website Ancient Herstory)
Originele versie (zwart-wit): museum digital: ostwestfalen-lippe 
Zie tekst bij afbeeldingen voor meer informatie

Een klein uitstapje

Onder het kopje 'De heidense Vrouw Holle en de christelijke Sint Lucia gesynthetiseerd in Friese koekplanken' (p. 511): stelt de schrijver dat de hoofdtooi van de Friese vrouwelijke koekplanken sterk in overeenstemming is met de dracht van Sint Lucia als midwinterfee. Hij noemt de herinnering aan een min of meer in de Sint-Luciaverschijning gekerstende Vrouw Holle, die nog lang in het geheugen is blijven hangen (in Friesland en Limburg). 

In een eerde blog over met de titel: 'Een vrijer van speculaas en een hart van marsepein' (link) heb ik een afbeelding van zo'n koekplank gepubliceerd. De de schrijver van het boek 'Koekplanken' vroeg zich toen af  of de veerachtige tooi op de speculaaspoppen-van-toen een afleiding van de stralenkrans op het schilderij van Jan Steen konden zijn? Of dat het terug kon leiden naar de mode van die tijd? 
Als ik met deze nieuwe informatie naar kijk vraag ik me af of deze haartooi ook een kroon met kaarsen zou kunnen voorstellen? 


 De vrouw op Een van de zijdes van  een tweezijdig besneden koekplank
Fries Museum, bruikleen Ottema-Kingma Stichting NO 14082

Legendes

Er zijn een aantal legendes verbonden aan Sint Lucia. Ze leefde in een tijd waar christenen vervolgd werden door de keizers. Haar moeder had (misschien daarom) een niet-christelijke huwelijkskandidaat op het oog. Lucia verzette zich daartegen en besloot de bruidsschat te verdelen onder de armen. Dat viel niet in goede aarde bij haar toekomstige echtgenoot. Toen hij ontdekte wat er aan de hand was gaf hij haar aan als christen. Dat had ernstige gevolgen voor Lucia. Ze werd voor straf aan een bordeel verkocht. De kar waar waarop ze vastgebonden was kwam niet van zijn plaats. Twintig ossen kregen hem niet aan het rijden. Een volgende poging om haar klein te krijgen was de brandstapel. Maar ze werd niet gedeerd. Tenslotte werd een dolkstoot in haar keel haar fataal...

In een variatie op deze legende besluit Lucia al haar bezittingen te schenken aan de armen als dank voor de genezing van haar moeder. Voortaan zou ze haar liefde delen met God. Met een kroon vol kaarsen ging ze door de straten om alles wat ze had weg te geven. Haar aanstaande echtgenoot nam wraak door haar aan te geven als christen. In 304 werd ze ter dood veroordeeld. Net als in het bovenstaande legende lukte het de wachters niet om haar weg te voeren. Dan volgen de brandstapel en de fatale messteek. 

Op een aantal afbeeldingen heeft Sint Lucia een schaal in haar handen met twee ogen. Ook dit verhaal gaat weer over een heidense (niet-christelijke) minnaar. Hij vond haar ogen zo mooi, dat Lucia besloot ze in een schaaltje naar hem op te sturen. Het wonder in dit verhaal is dat Lucia wel kon blijven zien. 
Of werden haar ogen uitgestoken tijdens een marteldood? 
Lucia betekent 'licht'. Ze is de beschermheilige van blinden. 


Afbeeldingen

De afbeelding van Vrouw Holle met de kaarsenkrans komt van Internet 
Bron: Ancient Herstory: Het verhaal van Vrouw Holle: link
Het is een gekleurde versie van een reclame ansichtkaart voor het sprookjesboek "Frau Holle -Märchen und Sagen" van Karl Patow uit het jaar 1952. 
De datum waarop de kaart gedrukt is wordt geschat op 1954-1955. 
Herkunft/Rechte: Deutsches Märchen- und Wesersagenmuseum (CC BY-NC-SA)
De afbeelding valt onder de Creative Commons License 3.0, by-nc-sa




Bronnen

Ven, D.J. van der, Friese volksgebruiken weerspiegeld in Europese folklore, z.j.
Schilstra, J.J., Koekplanken, 1961

Websites

Algemene informatie, legendes en relieken

De Ierse godin Medh had een eekhoorn en een vogel op haar schouders.

Elk jaar wordt een 'Lucia' gekozen die op 13 december, tijdens de advent, aan het hoofd van een processie loopt met een krans van kaarsen op hun hoofd. 

Verhaal Lucia en de geschenken, informatie over de heilige Lucia en legenden.

Luciafeest in verschillende landen en het verhaal van Lucia en de cadeautjes.

In Italië is Sinterklaas een vrouw: Santa Lucia.  De Italiaanse kinderen wachten op de komst van sint Lucia die door de lucht reist. Hier staan wat toegevoegde details over Lucia en de ezel. 

Saturnalia: 17 december -  24 december

Er werden in de oude tijden volop feesten gevierd in de maand december. Dat waren niet allemaal christelijke feesten. Het was meer een mix van oude tradities en nieuw ingestelde feesten. Je had de Saturnalia die begonnen op 17 december en duurde tot 24 december. Op 25 december waren er drie feesten ter ere van de goden Sol Invictus (de Onoverwinnelijke Zon), Mithras en Isis. Vergeet de Germaanse viering van de zonnewende niet, die ook in dezelfde periode viel.  Nieuwe christelijke feesten werden op de oude heidense feestdagen gevierd. 


De Saturnalia werden voor het eerst gevierd op 17 december 497 BCE, ter ere van de god Saturnus. Op die dag werd een tempel voor deze landbouw-god opgericht. Het feest bevatte elementen van Kerstmis en Carnaval. Voor die combinatie moeten we terug naar de boerenfeesten die aan het eind van de herfst gevierd werden. Deze oogstfeesten zijn in de loop van de tijd zijn opgeschoven in de kalender. De Saturnalia gaven het eind van het landbouwseizoen aan. 
Saturnus was de Romeinse god van het graan en de landbouw. Volgens de legende zou hij de eerste koning van Italië geweest zijn. Hij leerde de mensen hoe ze landbouw moesten bedrijven waardoor er welvaart ontstond. Hij introduceerde het schrift en voerde het muntstelsel in. 
In de tempel die voor hem werd opgericht werden tijdens de Saturnalia rituelen uitgevoerd. Even ter toevoeging: het woord 'satus' betekent 'zaaien'. 
Saturnus zou een tijdlang samen geregeerd hebben met de god Janus, god van het begin en het einde. Omdat tijdens deze regering alle mensen gelijk waren, werden dit de 'Gouden Jaren' genoemd. 


De officiële feestdag

Oorspronkelijk werd de feestdag alleen op 17 december gehouden. Dat was de officiële feestdag. Bij de kalenderhervorming die door Julius Caesar doorgevoerd werd kwamen er twee dagen bij. De festiviteiten breidden zich uit tot een hele week (de bronnen verschillen hierover). 
Tijdens het feest werd er gedanst, gezongen, gegeten, gedronken en gegokt. De mensen gaven elkaar kaarsen, aarden maskers en poppen cadeau. 
Tijdens de Saturnalia vervielen alle rangen en standen. Iedereen was gelijk! Scholen waren dicht en rechtbanken deden hun deuren op slot. Er werden geen zaken gedaan. Een oorlog beginnen tijdens de Saturnaliën was uit den boze. 


Saturnalia door Antoine-François Callet (1783) (Wikipedia)


Maskers, poppen en kaarsen

Aan die maskers en poppen is een verhaal verbonden. Het was namelijk zo, dat er jaarlijks een aantal mensenhoofden en mannen geofferd moest worden. Dat was door een orakel bepaald. De held Herculus verzon daarvoor een plan. Moesten het wel echte mensenhoofden zijn? Konden ze niet van klei gemaakt worden? De gevraagde mensenoffers konden vervangen worden door kaarsen. Zo werd het probleem op een vreedzame wijze opgelost. Je gaf de geschenken aan de gastheer of aan elkaar. 

De omgekeerde wereld tijdens het banket

Het feest begon met het brengen van offers en een banket. Op de dag waarop het banket plaats vond werden de rollen omgedraaid. Mensen die altijd hun meesters moesten bedienen zaten nu in hun mooiste kleren aan tafel en werden bediend door hun meerderen. En het verboden dobbelspel werd nu gespeeld tussen heer en slaven, want iedereen was die dag gelijk. 

Een voorbeeld uit ons eigen land vond ik terug toen ik schreef over het Thomas luiden in Katlijk. Sint Thomasdag werd op 21 december gevierd en op die dag werden de rollen omgedraaid (link).

En met Driekoningen op 6 januari vierden de volwassenen en de oudere kinderen een feest dat hier erg op leek. Klik voor meer informatie op deze link

Uitbreiding van de feestkalender

Toen het Romeinse Rijk het christendom als enig toegestane geloof accepteerde werd er een eind gemaakt aan de heidense feestdagen. Het vieren van de Romeinse Saturnalia leek een moeilijk uit te roeien feest. Het had weinig zin om het te verbieden. Het werd ook door christenen gevierd. 

De kerk stelde daarom rond het jaar 336 een nieuwe feestdag in en wel op 25 december. Het werd de dag waarop de geboorte van Christus werd gevierd. De nieuwe feestdag volgde dus op de week waarin de Saturnalia gevierd werden. Die nieuwe feestdag viel samen met twee al bestaande oudere feesten die raakvlakken hadden met geboorte en licht: het feest van de 'Onoverwinnelijke Zonnegod' en de geboorte van Horus. Het feest van de 'Onoverwinnelijke Zonnegod' was verbonden met de mysteriecultus van de god Mithras. Het Mithraïsme was een van de twee officiële godsdiensten in het Romeinse Rijk tot ca. 300 n. Chr. Met de opkomst van het christendom in Rome verloor het terrein. Het symboliseerde de overwinning van het licht op het donker. Het thema van het licht, dat de duisternis overwint gold ook voor de geboorte van Jezus. Mithras werd geboren uit een maagd. Het thema kon hiermee moeiteloos overgenomen worden.
 
Bij de tweede feestdag ging het om Isis en de geboorte van haar zoon Horus. Volgens oude bronnen zou Horus geboren zijn op de achtste dag voor het nieuwe jaar. In een citaat van een christelijke kerkvader uit de vierde eeuw wordt de datum van 25 december genoemd (bron). 
Horus werd dan misschien niet helemaal geboren uit een maagd, maar de conceptie was wel heel speciaal. Dus ook met dit feest zijn er overlappingen die goed bij de nieuwe feestdag van de kerk pasten.


Isis met Horus
Eigen foto, tempel Egypte


Muurschildering Maria met het kind Jezus uit 1575
Grote of Jacobijnerkerk Leeuwarden (eigen foto 2021)

Zo bleven de Saturnalia behouden en werd er een nieuwe feestdag werd toegevoegd aan de twee al bestaande. 

Ook 1 januari lijkt een dag geweest te zijn die uitbundig door de Romeinen werd gevierd. Met nachtelijke danspartijen. Christenen gaven elkaar die dag kleine geschenken. Komt daar de gewoonte om kinderen een fooitje te geven vandaan?

Winter: afscheid nemen

Tot slot komen we aan in het Noorden. Het Noorden is verbonden met inkeer en reiniging. Het Noorden is koud. Bij de Noordpool heb je het Noorderlicht. Iemand is met de Noorderzon vertrokken. Die zien we dus niet meer terug.

Het Noorden hoort bij de nacht. In de nacht kun je de dingen van de dag van je af laten glijden. Het is de tijd waarin je al slapend de gebeurtenissen kan verwerken.  Omdat je slaapt ben je je niet bewust van de tijd. Het is net alsof je een tijdje "ondergronds" (of bovenaards) bent geweest. Uitgerust kun je weer aan een nieuwe dag beginnen. 
 
Wit is de kleur van de reinheid. Witte kleding wordt gedragen tijdens oude rituelen: dopen, de heilige communie, trouwen en rouwen. Hooggeplaatste geestelijken gaan gekleed in het wit. Onze moeders en grootmoeders hadden een voorkeur voor witte lakens en legden de kleden ondersteboven op de sneeuw om ze te reinigen. 
 
De nacht en de winter vertegenwoordigen een periode van rust en inkeer als voorbereiding op het nieuwe licht. Op 21 december begint dan de winter. Kort daarna vieren we het kerstfeest. Zo zie je, dat het ritme van de dag en van de maand in het groot in het jaar terugkeert. 
 
Het Noorden is verbonden met het element aarde. Met het donkere deel van de aarde, waarbij je je helemaal terug kan trekken en naar binnen keren. Op een gegeven moment lijkt het alsof alles verstild en dood is. Maar de aarde staat ook voor vruchtbaarheid en voor nieuw leven. 
En onderaards ontstaan dan ook onzichtbaar voor de buitenwereld de kiemen van nieuw leven. Het element aarde staat dus voor het einde van de dingen én voor het nieuwe begin. 
De dierenriemtekens Stier, Maagd en Steenbok zijn de drie aardetekens. Ze kunnen alle drie goed om gaan met de aarde en met materie. De Stier houdt van de natuur en kan genieten van alles wat de aarde hem biedt. De Maagd ordent en regelt de praktische, alledaagse dingen die bij het leven op aarde horen. Steenbok is wijs geworden door het leven. Hij staat je bij als het gaat om het ordenen en regelen van praktisch zaken. 

Rituelen met aarde zijn het insmeren met modder en klei, het maken van zandmandala's, 
muziek maken met trommels en stampen met je voeten. 

Begin dit jaar kregen we een bijzonder schilderij. Het heeft jarenlang bij mijn tante op de schoorsteen gehangen en nu heeft het een ereplaatsje bij mij thuis. Het  is een schildering van de Havenkom in Maassluis waarop geschaatst wordt. Voor mij is het een feest om te zien. Ik ben aan de Haven geboren maar dit uitzicht kan ik me niet herinneren...


Vrije kunstenaarsuiting van de bevroren havenkom met mensen in klederdracht
Geschilderd door Nic Kardol (1920-1983) in 1979


Winterzonnewende


De Vlier heeft de bijnaam: 'Moedertje Vlier'. Dat zegt iets over hoe we haar beleven. Ze leert ons verschillende kanten van het leven zien. Alles heeft een einde, maar ook weer een begin. Zo symboliseert de Vlier de energie van geboorte en dood. We zien dat terug in de winterzonnewende. De Vlier staat in verbinding met de Godin en wordt in één naam genoemd met Vrouw Holle. In het sprookje bewaakt ze de grens met de onderwereld, maar is die wel zo donker als we ons voorstellen? 

Tekening uit: The Tree Ogham
 Written and illustrated by Glennie Kindred
Met dank voor de toestemming


Het sprookje  van Vrouw Holle is vast bij iedereen bekend. Het verhaal over het meisje dat in de put springt om haar spoel te redden kennen we allemaal. Ze komt terecht in de onderwereld en treedt in dienst van Vrouw Holle. Wat mij zo boeit in de verhalen over haar is de invloed die ze heeft op het jaarritme. Met Pasen moeten de spoelen van de meisjes die spinnen leeg zijn. Met kerst moeten de spinnenwielen zelfs helemaal stilstaan. En je kunt nooit weten in welke gestalte ze aan je verschijnt...

Afbeelding Anne Anderson (1887-1930) Bron

Het rendier dat de zon terug bracht


Gedachteloos zing ik het kerstliedje mee: Rudolph, the Red-Nosed Reindeer. Naadloos ga ik over naar het liedje Do, a deer, a female deer uit The Sound of Music. Altijd gedacht dat het mannetje Rudolph de arrenslee voorttrok. Maar Rudolph blijkt een eigentijdse versie. Ooit bracht het vrouwelijke rendier tijdens midwinter de zon terug tussen haar hoorns. Ik lees erover in een artikel van Gather Victoria. Haar verhaal gaat over de hertenmoeder-godin uit lang vervlogen tijden...




Mannelijk bos-rendier

Rudolph the Red-Nosed Reindeer

Rudolf is een bedachte personage in een kerstverhaal. Hij heeft een grote, rode neus, die 's nachts licht geeft. Daar wordt hij mee geplaagd. Vanwege die lichtgevende neus vraagt de Kerstman hem te hulp in een mistige nacht. Rudolf krijgt de leiding over de acht rendieren die de slee trekken en is sinds die tijd (1939) niet meer weg te denken als hoofdrolspeler. De inhoud van het liedje kende ik niet. Het is duidelijk dat ik gewoonlijk niet verder kom dan de eerste regel.

Het vrouwelijke rendier

In het bekende liedje uit de Sound of Music (1965) speelt het rendier alleen in de eerste zin een rol, verwijzend naar de zangnoot do van het do-re-mi. De rol van het vrouwelijke rendier is minder bescheiden dan je zou denken. Wat maakt haar zo bijzonder?
Ten eerste heeft ze evenals als haar mannelijke soortgenoten een gewei. Het bestaat uit lange, naar voren gerichte takken, die een beetje op een schep lijken. Haar gewei is dan wel kleiner dan dat van het mannetje, maar ze werpt het niet af na de paartijd (oktober). Zo kan ze het voedsel voor haar jong veilig stellen als er hongerige mededingers op de loer liggen. Ze is de leidster van de kudde. 's Winters valt ze op met haar gewei, totdat ook zij het afwerpt.  Het geeft haar een tijdelijke koninginnen- status als je het mij vraagt.


Mannelijk en vrouwelijk bos-rendier in Blijdorp


En kijk eens: wie valt op?  

Waar wil ik nou met dat vrouwelijke rendier naar toe?

'Lang voordat de kerstman op zijn vliegende rossen door onze mythische luchten vloog, was het het vrouwelijke rendier dat de slee van de zonnegodin trok bij de winter-zonnewende' lees ik in een bijzonder interessant artikel. Met de zon tussen haar gewei vloog ze door de donkerste nacht van het jaar en bracht symbolisch het licht terug. 
In de noordelijke helft van de wereld werd het vrouwelijke rendier gezien als symbool van vruchtbaarheid en moederschap. Bij de cyclus van de natuur hoort ook het sterven en weer opnieuw geboren worden. Het vrouwelijke rendier bracht in het donkerste deel van het jaar de zon weer terug. Het artikel is prachtig geïllustreerd en legt een relatie met vrouwelijke sjamanen. Het is een nieuwe, boeiende gedachte dat er vóór de tijd van de drie bovengenoemde mannelijke figuren die optreden rond de midwinternacht, een vrouwelijke versie met dezelfde symboliek bestond. Ze had de vorm van een oude hertenmoeder-godin en bracht de leven-gevende zon net op tijd terug.
Zelfs het geven van geschenken door de schoorsteen vinden we in haar verhalen terug. Het zijn sjamanen, die met haar meereizen, 'gekleed in rode pakken met witte vlekken'. Ze zouden de wit-met-rode paddenstoelen verzamelen en 'ze vervolgens via de schoorstenen als geschenken op de winter-zonnewende afleveren'. Hoe mooi is dit verhaal als aanvulling op de bekendere versies van Wodan, Sinterklaas en de Kerstman. Het vrouwelijke rendier als draagster van de zon.

Dat hert droeg een lichtend kruis tussen zijn gewei

En hoe leuk is het om de legende van Sint Hubertus in dit licht nog eens te lezen.
Tijdens de jacht stuitte hij op een hert met 'een lichtend kruis tussen het gewei'. Het dier raadde hem dringend aan zich te bekeren tot het geloof. Zo niet, dan zou hij 'terstond ter helle dalen'  
Het ene hert droeg de zon tussen haar hoorns, het andere een lichtgevend kruis tussen zijn gewei. De moedergodin maakte plaats voor mannelijke opvolgers en Rudolph trekt nu de arrenslee 😉.  

Kerstmis 25 december

Kerstmis of midwinter: dieren gaan in winterslaap bij gebrek aan zonlicht en voedsel. In vroegere tijden sloegen de mesen voorraden op in huis en vulden hun tijd met spinnen, zingen en verhalen vertellen. Ze gingen vroeg naar bed. Maar dat is al heel lang geleden, toen ze nog afhankelijk waren van het ritme van het jaar. 

Joelfeest

Het oude feest dat bij de winter hoort is het joelfeest. Het Joelfeest is naast het feest van de zomerzonnewende of midzomer het grootste feest bij de Europese volken. De zon dreigt ons te verlaten, maar keert na drie dagen zonnestilstand bij ons terug. 
Tijdens de zonnewende staat de zon drie dagen stil. Drie dagen om je te bezinnen. Drie dagen waarin de wagenwielen en de spinnenwielen stilstonden. Daarna was het tijd om feest te vieren. De mensen wachtten op een teken dat de zon weer terug zou komen. Ze bouwen (steen)cirkels met twee stenen, waar de zon tijdens de winterzonnewende precies doorheen scheen. Als dat moment plaats vond, vierden ze feest. 

De laatste schoof graan werd buiten gezet voor de vogels. Binnen werden de tafels gedekt. De slingers stonden symbool voor de sterren aan de hemel. De ballen voor de zon en de maan. Verder werd hij versierd met appels, vergulde noten en kerstkansjes. De kransjes waren rond, net als het jaar. 
De joeltijd duurde van 24 december (kerstavond) tot 6 januari.  In die twaalf dagen mocht je heen bonen eten, want bonen hoorden bij het zaad. Op 6 januari werd dan een brood gebakken met een boon er in. Wie die boon trof, mocht trakteren. We noemen dit wel de twaalf heilige nachten. 

Wodan en Oel

Het feest van Wodan en Oel wordt gevierd. Wodan rijdt met zijn zwarte zoon Oel op zijn paard Sleipnir door de stromachtige nacht. Oel kijkt door het gat in het dak en vertelt aan zijn vader wat hij ziet. Wodan gaat voorbij en Oel blijft het komende jaar bij de mensen o de kracht van zijn vader op de mensen, hun vee en hun gewas over te brengen. Het ging hier om het scheiden van het oude en het nieuwe jaar. Voor Wodan of Odin en zijn paard lieten de boeren de laatste schoof koren op het land staan. Hier vind je een echo van het hooi en de wortel die voor Sinterklaas in de schoen werd gedaan. 

In de ene versie wordt de laatste schoof dus bewaard voor de vogels, in de andere voor het paard van de God die tijdens de nachten met zijn paard enhet wilde leger achter zich door de lucht reisde.
De zoon Oel stond dan voor de vruchtbaarheid van het nieuwe jaar. 


Bron afbeelding Wikipedia




De Eik wordt in de Boomkalender opgevolgd door de Hulst. Ze worden ook wel de Eikkoning en de Hulstkoning genoemd. Tijdens de zomerzonnewende strijden de Eikkoning en de Hulstkoning om de macht. De energieën van de eik en de hulst zijn heel erg gelijk, maar de eik is het sterkst tijdens het lichte halfjaar, terwijl de hulst krachtiger is in de tweede helft van het jaar. Eigenlijk zijn ze even sterk. Daarom besluiten ze het koningschap te delen. Ik vind er een prachtig plaatje van in een Noors tijdschrift. De Hulstkoning staat er nog in volle glorie bij. Nog even, want op 6 januari is het tijd om het stokje over te dragen...


De Hulstkoning staat er nog in volle glorie bij. 
Lijkt die niet een beetje op een kerstman?
Credits Getty Images Renphoto

Waarom staat die boom daar nog? Het is 4 januari en de vraag komt van onze kleindochter die bij ons langskomt. Omdat die er traditioneel hoort te staan tot 6 januari, vertel ik haar... 


Op 6 januari moest die kerstboom eruit zijn
 

Twaalf heilige nachten

In de oude tijden werd er een paar weken feest gevierd, dus niet alleen op 25 en 26 december. De hele periode rond de kortste dag stond in het teken van feesten. Van 24 december (de kerstnacht) tot 6 januari vierden de mensen de twaalf heilige nachten. Vroeger was de kerstnacht belangrijker dan de eerste kerstdag. Op 6 januari volgde er een nieuw feest: Driekoningen. 

Na de dertiende dag moest al het kerstgroen uit de huizen verdwenen zijn. Dat was in het begin de maretak, hulst of klimop. Als je dan nog groen in huis had zou dat ongeluk brengen. De kerstboom zelf kwam pas later in beeld 😉.


Het is wel zeker dat Vrouw Holle heel wat in de melk te brokkelen heeft. Ze eist niet alleen dat de spoelen van de meisjes op de vooravond van Pasen leeg zijn. Je mag tijdens de twaalf heilige nachten aan het eind van het jaar helemaal niet spinnen. Het gaat dan om de tijd rond de winterzonnewende. Reken hiervoor de periode van Kerstavond tot Driekoningen (6 januari). Als de zon 'stil staat' moeten de wielen in het gewone leven ook stilstaan. 
In het begin wordt Vrouw Holle nog op aarde gesitueerd. Ze verschijnt op 'Vrouw Holle avond', de avond die wij Driekoningenavond noemen. Later (of in andere sprookjes) kwam ze tijdens de twaalf heilige nachten naar het rijk van de mensen. 
Ze zou dan in haar koets door de lucht reizen. Hieronder zie je de afbeelding van Vrouw Holle (Goda) in de slee. Ze deelt tijdens de kerstdagen zelfs geschenken uit. Ik krijg hier een sterke associatie met de Kerstman in de arrenslee. 
Het heeft ook wel trekjes van de wilde jacht zoals we die van Wodan kennen. Hij jaagt met zijn achtpotige paard door de hemelen met een heel gevolg achter zich aan. Ook rond de jaarwisseling. Het wordt nog druk in het luchtruim op die manier. Wie zou de oudste rechten hebben? 😉
(ik denk zomaar het rendier dat de zon terug bracht, zie boven). 

Vrouw Holle (Gode) tijdens de twaalf heilige nachten (Open Domein)


Drie Koningen  6 januari

Blog: Driekoningen en de aanbidding van het Kerstkindje:

'Waarom staat die boom daar nog?' Omdat die er traditioneel hoort te staan tot 6 januari, vertel ik haar. Het is een ongeschreven regel of misschien kan je beter zeggen: een oude traditie. Het is ook de laatste dag waarop je elkaar een gelukkig Nieuwjaar mag wensen. Én het is de dag waarop het Driekoningenfeest gevierd wordt. Het is een kerkelijk feest met misschien wel heel oude trekjes. Ik probeer de eindjes aan elkaar te breien...


Glenisson en Van Genechten (uitgever), 1860-1880
Museum Catharijneconvent, Utrecht, RMCC g295 (bron)

Kaarsje springen 


In het boek 'Folklore in het dagelijks leven' staat een oude plaat waarop kinderen afgebeeld zijn die het Driekoningenfeest vieren. Op de afbeeldingen hierboven en -onder zie je drie brandende kaarsjes. Dat moeten de drie koningen voorstellen. Kinderen deden een spelletje waarbij ze over die kaarsjes moesten springen. Dat vereiste nogal wat handigheid, want je moest jezelf niet branden. En ze mochten ook niet uitgaan of omvallen terwijl je er over heen sprong. Er zijn heel veel liedjes die bij het feest van Driekoningen horen. Eén ervan is dit:

Kaarsies, kaarsies, drie aaneen,
Springen wij er overheen,
Al wie daar niet over kan,
Die en weet er nou niemendal van. 

De koningskaarsjes waren oorspronkelijk kaarsjes met drie armen, waarvan de middelste zwart geverfd was. Later werden die door de kerk uitgebannen, maar ik heb er nog een afbeelding van gevonden. Kijk maar naar het schilderij van Jan Steen een stukje verder in dit blog. 

Het Koningsbrood

De koning werd niet zomaar gekozen. Als in je plakje cake of je stukje taart een boon verstopt zat was je de uitverkorene van die dag. De andere dag was je weer koning af. Maar die dag mocht je een beetje de baas over alles zijn. Soms kon je koning worden door te loten of door het gooien van dobbelstenen. Maar die boon in de Driekoningenkoek moet volgens mij de spannendste manier geweest zijn 😉.



Houtsnede van Jan Robijn, gedateerd tussen 1806 en 1830
Rijksmuseum, (Open Domein, Bron
Rijmpje van J. Noman, boekdrukker te Z, Boemel (zie noten)


Nog meer feestvreugde

Net als bij Sint Maarten is er ook op Driekoningen een soort optocht met lichtjes. Kinderen gaan langs de deuren met een ster in hun hand. De kroontjes zijn goudkleurig en de ster staat op een stok. Ze zingen liedjes en halen lekkers op. Oorspronkelijk werd dit gedaan door de koorknapen, om zo geld en voedsel op te halen voor de armen (tekst onder de afbeelding). Maar vanaf de zeventiende eeuw vond er een verandering plaats en ging ook het 'gewone volk' langs de deuren. Op die manier verzamelden de kinderen en de volwassenen een feestmaaltijd bij elkaar. 


Zingen met Driekoningen, Collectie Museum Catharijneconvent
(afbeelding: Wikimedia)

Een rollenspel


Het Driekoningenspel lijkt veel op het Romeinse feest van de Saturnalia. Daarin werd de God Saturnus vereerd en werden de rollen voor één dag omgedraaid. 😉. Meer weten? (link)



Bron afbeelding: Bert van Zantwijk (website)


Driekoningenfeest van Jan Steen (Open Domein)
Daar ging het wat uitbundiger aan toe

Een kerkelijk feest

Drie koningen is een kerkelijk feest. Een van de kinderen draagt een papieren kroon met vijf medaillons. Daarop stonden Jozef, Maria en de drie koningen Caspar, Melchior en Balthazar. Het waren de drie wijzen uit het oosten die een bijzondere ster volgden en het kindje Jezus kwamen aanbidden. Ze volgden de bijzondere ster, die stilstond boven de stal waar het kindje Jezus geboren was. Ze brachten kostbare geschenken voor hem mee: wierook, mirre en goud. Een van de koningen had een donkerdere huidskleur. Dat zou Balthasar moeten zijn. Hij brengt de mirre als eerbetoon mee. 

Op de twee afbeeldingen hieronder kun je zien hoe verschillend de koningen werden uitgebeeld. 



De Wijzen uit het Oosten (afbeelding Wikimedia)


De geschenken van de Wijzen uit het Oosten  op een tapijt uit de 12e of 13e eeuw
 in de Høylandet kirke, Nord-Trøndelag, Noorwegen (afbeelding Wikipedia)


De link met voorchristelijke feesten

Over vuur springen hoorde bij voorchristelijke feesten. Vuur was reinigend en weerde onheil af was de gedachte. Het ziet ernaar uit dat het kaarsje springen op Driekoningen daar een vervanging voor was.  Driekoningen wordt namelijk gevierd op 6 januari en dat is de dertiende dag na kerstmis. Het is de dag waarop een donkere periode werd afgesloten en het licht weer sterker begon te worden. 
Ik lees in het boek 'Folkore in het dagelijks leven' dat de kerk het feest van Driekoningen op de plaats heeft gezet van de 'heidense dertiendag'. Dat was de laatste dag van het Germaanse joelfeest. Die Dertiendag volgt op de twaalf heilige nachten. 

Je mocht tijdens die twaalf dagen geen bonen eten. Het zaad moest rusten om te kunnen kiemen en bonen waren taboe. Met Driekoningen werd de periode afgesloten. Wie een boon aantrof in de cake of koningstaart mocht voor die dag koning zijn. Die boon werd het heilige boontje genoemd. En de koning moest natuurlijk trakteren. Alle rollen moesten trouwens wel naar behoren uitgevoerd worden. Anders zou je een pand verbeuren. En dat pand kon je na afloop alleen terug krijgen als je daar een opdracht voor uitvoerde. 

Als kind speelden we dat spel ook met het volgende opzegversje: 
Pand, pand van wie is dit pand?
Van mij mijnheer.
Ik ben geen mijnheer.
Wat bent u dan? 
Een edelman, die alles doen en laten kan.
Wat verlangt u van me?

Na het uitvoeren van een opdrachtje kreeg je je pand terug. Ook gespeeld 😉?




Het gedichtje onder de houtsnede

't Drie-Koningsfeest ziet men door Kindren vrolijk vieren,
Ja, Flipje zag zijn hoofd met eene Kroon versieren
Ofschoon maar van Papier die syne blijdschap maalt
Waar Jasper, Melchior en Balthazar op praalt
Hij heeft den Koning vast getrokken, maar ziet Otje
Door Gerrit uitgejouwd: Hij schijnt van 't Spel het Zotje 
Twee meisjes zitten aan de Tafel, daar men trekt
't welk onderwijl de vreugd bij 't kaarsje springen wekt
Ja, 't derde meisje: zo dat Jansje, Letje en Kaatje
te Samen zijn is 't Spel, elk met hun beste Maatje
Maar moeder onderwijl, acht (...?) op 't gespeel
Tikt Gerrit op den Hoed, opdat hij slot krakeel

Bronnen

Gouw, Jan ter, De Volksvermaken
Joode, Ton de, Folkore in het dagelijks leven, 1977, p. 16
Uyldert, Mellie, Het Zonnejaar, 1981, p. 361 - 363
Ven, D.J. van der, Friese volksgebruiken weerspiegeld in Europese Folklore, p.559

Gerelateerde blogs

Waarom staat die boom daar nog? Het is 4 januari en de vraag komt van onze kleindochter die bij ons langskomt. Omdat die er traditioneel hoort te staan tot 6 januari, vertel ik haar... 



2 februari: Maria Lichtmis  / Keltisch feest: Imbolc

Levensfasen van de vrouw

Vrouw zijn in de lente van je leven  


De fase van het meisje en de maagd
 
Vrouw zijn in de lente van het leven: meisje en maagd. 
In deze fase ben je nog onbezorgd en vrij. Je krijgt de kans om je te ontwikkelen, de liefde te verkennen en studeren. De wereld staat voor je open en in principe ben je van niemand afhankelijk. Je lichaam is van jou en jij bepaalt wat er mee gebeurt. In die zin ben je 'maagd', omdat je je onafhankelijkheid bewaart en je niet gebonden voelt aan een partner. Net als inde lente kan je genieten van je ontwaken en mag je zoeken naar je eigen weg. De eerste menstruatie is een belangrijk moment, omdat het de overgang naar een nieuwe fase inleidt. Dat wil echter niet zeggen dat je daarmee je vrijheid en je keuzemogelijkheden kwijtraakt, zeker niet in de huidige tijd. 
 

Vrouw zijn in de zomer van je leven


De moederfase

De fase van vrouw zijn begint in onze cultuur later dan bij de oude natuurvolken. Daar telde alleen de lichamelijke volwassenheid. In onze cultuur spelen ook emotionele en geestelijke factoren mee bij het bepalen of je toe aan een relatie. Een goede relatie is gebaseerd op een evenwichtige ontwikkeling van het lichamelijke, het geestelijke en het emotionele. Op de weg naar volwassenheid en een intieme relatie is de ontwikkeling van het zelfbewustzijn essentieel.


Vrouw zijn in de herfst van je leven

 
De grootmoederfase
 
Grootmoeders krijgen de kans om zich te heroriënteren op het leven en hun levensdoelen 
opnieuw te bepalen.  Als dekinderen het huis uitgaan breekt er een nieuwe periode aan voor de vrouw. de Haar zorg wordt overbodig.  Er ontstaat ruimte voor nieuwe activiteiten. 
Grootmoeders hebben de energie en de betrokkenheid om zich in te spannen voor méér dan haar eigen persoonlijke doelen, haar belangrijkste relatie of haar directe familie. Ze kan haar ideeën, haar of haar zorg inzetten voor een groter belang. 
Lichamelijk belanden we in de overgang, waardoor we registeren dat er een nieuwe periode aanbreekt. We zoeken naar een invulling ons leven.
Als we de vruchtbare periode lichamelijk achter ons gelaten hebben, hoeft dat nog niet te betekenen, dat ons zinvolle leven voorbij is. We krijgen nu de ruimte en de tijd om ons op andere vlakken te ontwikkelen. We kunnen op een andere manier kijken naar kinderen en opvoeding. Als "Grootmoeder" in welk opzicht dan ook kun je je veroorloven om weer te spelen. Tegenover je kleinkinderen hoef je je niet verantwoordelijk te gedragen Je kunt samen weer genieten van alle onverwachte aspecten van het leven. 

Vrouw zijn in de winter van je leven

 
Overgrootmoeder
 
Dit is de fase van de oude, wijze vrouw. Je bent verbonden met jezelf,  de aarde en de natuur, dicht bij de duisternis en dood. Je bent toeschouwer geworden, wijs geworden door de ervaringen van het leven. Je neemt afstand van het leven en bekijkt de dingen vanuit een ander perspectief. 
Als wijze vrouw kun je je ervaringen delen en doorgeven. Wie raad nodig heeft is welkom. De associatie van vrouwen met wijsheid is al duizenden jaren oud.

Levensfasen en godinnen

Lente: 
Artemis: godin van de jacht en de maan, beschermster van jonge mensen en dieren (link)
Athena: godin de wijsheid en het handwerk, dochter van haar vader (link)

Zomer:
Hera: godin van het huwelijk, trouwe partner en echtgenote (link)
Demeter: de godin van het graan, verzorgster en moeder (link)

Herfst
Hecate, godin op de driesprong en op de drempel (link)
Hestia en het vuur in de haard en in de tempel (link)

Winter
De Grote Moedergodin (link)

Artemis: godin van de jacht en de maan, beschermster van jonge mensen en dieren 


Artemis is de Godin van de jacht en de ze was de boogschutter die nooit miste. En als Godin van de maan werd ze afgebeeld met een fakkel in haar hand of met de maan en de sterren rond haar hoofd. Zij wordt ook afgebeeld met dieren, o.a. met een beer. De beer was een symbool voor de maan. 
 
Artemis was de lange mooie dochter van Leto en Zeus (een buitenechtelijk kind dus). Ze was de eerstgeboren tweelingzuster van Apollo, en hielp haar moeder bij de bevalling van haar broer. Toen Artemis drie jaar oud was, bracht haar moeder haar naar de Olympus om kennis te vader en de rest van de familie. Haar vader was verrukt toen hij zag en beloofde haar alles wat ze maar wenste. 
Artemis vroeg om een boog en een pijlkoker met pijlen, een meute jachthonden, nimfen om haar te vergezellen, een tuniek die kort genoeg was om er mee te kunnen hardlopen, bergen en wouden die speciaal voor haar zouden zijn, en eeuwige kuisheid. Haar vader willigde al deze wensen in en stond haar bovendien toe om haar eigen keuzes te maken. 
Artemis koos de mooiste  nimfen uit, liet een zilveren boog met bijpassende pijlen smeden, vroeg aan de god Pan om een aantal van zijn beste jachthonden en ging omdat het al donker begon te worden bij het licht van de maan en fakkels op jacht. 
 
De eigenschappen van Artemis 
 
Maagdelijke Godin, op haar doel geconcentreerd, opkomen voor de vrouwen om haar heen, zusterlijke gevoelens voor andere vrouwen, liefhebster van de natuur, vaderlijke goedkeuring als kind heel belangrijk, van nature neiging tot competitie en een voorliefde voor verkennen. Zet zich in voor haar idealen, zoekt naar gelijkwaardige relaties, relaties met mannen: als met haar broer of met iemand die voor haar zorgt. Heeft niet zoveel behoefte aan een huwelijk of kinderen, tenzij Hera en Demeter een grote rol spelen. Kan emotioneel  wat afstandelijk zijn en nogal zwart - wit denken. Blijft tot op hoge leeftijd actief.  Komt aan de ene kant op voor de rechten van de vrouw, vraagt aan de andere kant "opgeven" van het vrouwelijke. 

Athenagodin de wijsheid en het handwerk, dochter van haar vader 


Athena was de Godin van de wijsheid en het handwerk. Ze was een maagdelijke Godin, die ongehuwd was en kuis bleef. Ze was mooi en statig, beschermde haar uitverkoren helden en de stad Athene. Naast de Godin van de kriigs-tactiek is ze ook de Godin van het handwerk. Soms wordt ze afgebeeld met in de ene hand een speer en in de andere hand een weefklos. Ze was de Godin van de wevers, de  goudsmeden, de pottenbakkers en de kleermakers. Het dier dat bij haar hoort is de uil, vanwege zijn wijsheid en opvallende ogen. 
Athena was de dochter van Metis en Zeus. Metis stond bekend om haar wijsheid en er was voorspeld dat zij twee bijzondere kinderen zou krijgen: een dochter die even moedig en wijs was Zeus en een onoverwinnelijke zoon die de heerser over alle goden en mensen zou worden.
Toen Metis in verwachting was haalde Zeus haar met  een list over om zich heel klein te maken, waarna hij haar inslikte. Door haar te verslinden kon er geen onoverwinnelijke zoon geboren worden. Athena kwam nu op een heel bijzondere manier ter wereld. Ze kwam als volwassen vrouw, gekleed in een schitterende gouden wapenuitrusting, met een scherpe speer in haar hand, onder het slaken van een indrukwekkende oorlogskreet, uit het hoofd van Zeus tevoorschijn. 
Ze zeggen dat hij bij de geboorte geholpen werd door Hephaistos, de god van de smeedkunst.Die sloeg hem met een bijl op zijn hoofd om zo een soort opening te maken waardoor Athena naar buiten kon komen.  Hij creëerde dus een soort keizersnee. Athena erkende alleen haar vader, en leek zich niet te realiseren dat ze ook een moeder moest hebben. Ze had een eeuwigdurend bondgenootschap met haar vader en was zijn rechterhand. 
 
De eigenschappen van Athena 
 
Athena stond bekend om haar winnende strategieën en haar praktische oplossingen. Ze kon heel helder denken en het zich niet door emoties van de wijs brengen. Ze streeft naar haar  eisen en let niet op de behoeften anderen. Ze zoekt als het even kan het gezelschap van mannen op. Ze houdt vooral van machtige mannen met gezag. Echte vriendinnen waarmee ze haar gevoelens kan delen heeft ze meestal niet. 
Athena is het prototype van de verstandige volwassene. Ze gebruikt haar strategieën om haar doel te bereiken en dat doel is gericht op winnen. Ze wil iets in het leven bereiken en is bereid om daar hard voor te werken en zich aan te passen. 
Athena kon met haar handen mooie en nuttige dingen maken. Ze was vooral goed in weven. Praktisch en rationeel als ze is doet ze alles met mate. 
Athena gaat geharnast door het leven. Ze heeft een intellectuele verdedigingslinie. Ze kan heel goed leren en denken, en heeft de gave om dat praktisch toe te passen. 
Haar vader is haar grote voorbeeld en ze kan het goed met mannen vinden. Athena leeft in haar hoofd en niet in haar lichaam. Mannen vallen onder de categorie vrienden en niet onder die van minnaar.  Ze houdt vast aan de traditionele rolverdeling. Als ze kinderen heeft verlangt ze sterk naar het moment dat ze groot en zelfstandig zijn. Ze maakt graag gebruik van huishoudelijke hulp en kindermeisjes. 

Een Athena-vrouw vindt de middelbare leeftijd de beste van haar leven. De menopauze is voor haar geen reden om te treuren. Omdat ze zichzelf nooit primair als moeder heeft gezien. Ze dringt zich niet aan haar familie op en veroorzaakt dan ook weinig problemen. Athena verloor nooit haar hoofd, haar hart of haar zelfbeheersing. Ze heeft grote aandacht voor feiten en details, waardoor ze voorbij kan gaan aan gevoelens en emoties. 
In feite is ze nooit kind geweest en als meisje met een zakelijke en logische geest mist ze vaak hele stukken subjectieve ervaring, die ze later als volwassene misschien nodig heeft. Veel Athena's zijn 'moederloos' en moeten de relatie met de moeder terugvinden om haar relaties met andere mensen te kunnen veranderen.

Hera: godin van het huwelijk, trouwe partner en echtgenote 

 
Hera was de godin van het huwelijk en de echtgenote van Zeus. Ze had mooie grote ogen en 
werd in verband gebracht met de Grote Moedergodin. 
Hera was de dochter van Rhea en Kronos en werd na haar geboorte door haar vader verslonden. Nadat ze bevrijd werd, werd ze opgevoed door pleegouders. Ze groeide op tot een erg mooie godin en trok de aandacht van Zeus. Zeus veranderde zich in een aandoenlijk trillend vogeltje en Hera hield het tegen haar borst. 
Op dat moment ontpopte Zeus zich en probeerde zich aan haar op te dringen. Dat lukte echter niet. Pas toen hij beloofd had dat hij met haar zou trouwen gaf Hera zich gewonnen. Na een periode van wittebroodsweken die wel 300 jaar duurde verviel Zeus in zijn oude gedrag en werd Hera ontrouw. Hera reageerde daarop met wraak en jaloezie. Ze richtte haar woede echter niet op Zeus, maar op die andere vrouwen. Zeus behandelde de kinderen van zijn andere vrouwen goed en Athena bracht hij zelf ter wereld. Hij bewees daarmee opnieuw dat hij geen vrouw nodig had. Hera werd als huwelijksgodin aanbeden en vernederd. 
 
De eigenschappen van Hera 
 
Hera verlangt er in de eerste plaats naar om echtgenote te zijn. Ze heeft behoefte aan het prestige, het respect en de eer, die met een huwelijk verbonden zijn. Ze bindt zich Onvoorwaardelijk.  Ze geeft de schuld van ontrouw aan een ander dan haar partner. Ze is de stralende bruid en in haar leven draait alles om haar man. Als kind speelt ze vadertje en moedertje in de traditionele rolverdeling. Ze zoekt al jong naar een partner en een eventuele studie wordt gezien als een gelegenheid om een passende echtgenoot te vinden. 
Werk is een onderschikt aspect van haar leven. Ze hecht weinig waarde aan vriendschap met andere vrouwen en heeft meestal geen echte vriendin.  Ze gedraagt zich tegenover andere vrouwen als de helft van een echtpaar. Ze heeft de innerlijke overtuiging dat een vrouw niets waard is zonder echtgenoot. Ze koestert de verwachting dat haar man haar vervulling zal schenken. Seks voelt als een echtelijke plicht. Ze voelt zich tot in het diepst van haar hart getrouwd. Een scheiding is voor haar onvoorstelbaar. Ze heeft meestal kinderen omdat die bij een rol van een echtgenoot horen. Over het algemeen wegen de belangen van de man op tegen die van de kinderen. Ze maakt de moeilijkste periode van haar leven mee als ze weduwe wordt. 

Demeter: de godin van het graan, verzorgster en moeder 

 
Demeter wordt afgebeeld als een mooie vrouw met goudkeurig haar, die gekleed was in een lang, blauw gewaad, of als moederlijk zittende vrouw. Ze werd vereerd als een moedergodin.
Demeter was getrouwd met Zeus (eerder dan Hera), die de vader was van haar dochter Persephone. Zij werd ontvoerd toen ze met haar vriendinnen in een weide narcissen aan het plukken was. De grond scheurde voor haar voeten en ze kwam terecht in de onderwereld bij Hades. 
Persephone riep op hulp, maar haar vader kwam niet om haar te helpen en haar moeder was te laat. Ze zocht negen dagen tevergeefs en ook een smeekbede aan de god Helios mocht niet helpen. Demeter bleef treuren om haar dochter en zwierf als een oude vrouw over de aarde rond. Ze zorgde anoniem een tijdje voor een koningszoon. 
Op het moment dat ze die in het vuur hield om hem onsterfelijk te maken werd  ze betrapt door zijn moeder en veranderde in haar oude gestalte. Ze beval een tempel voor haar te latenbouwen  en treurde daar haar over haar ontvoerde dochter. Ze liet het graan niet meer groeien en de aarde bleef dor en droog. Demeter wilde één ding: haar dochter terug. Uiteindelijk mocht Persephone de onderwereld verlaten. Maar eerst gaf Hades haar nog een paar zoete granaatappelpitten te eten. Daardoor mocht Persephone twee-derde  van het jaar bij haar moeder doorbrengen. De rest het jaar verbleef 
ze bij Hades de onderwereld. 
 
Eigenschappen van Demeter 

Bj Demeter zijn de moederlijke eigenschappen het sterkst ontwikkeld. Voor haar komen kinderen op de eerste plaats. Ze beantwoordt het meest aan het beeld de madonna met het kind. Het welzijn van haar kinderen staat voorop. Zonder kinderen is haar leven leeg en zinloos.
Voor andere mensen is ze zorgzaam, vrijgevig en behulpzaam Ze voelt al heel jong het verlangen om kinderen te krijgen. In een later stadium zorgt ze graag voor pleegkinderen of stelt zich beschikbaar als kinderoppas. 
Ze is de vrouw die graag bakt en kookt, vruchten inmaakt en naar het platteland verhuist. Verlies van de moederrol betekent dat het leven zijn glans verliest. Demeter houdt van kinderen, die afhankelijk van haar zijn.  Opgroeiende kinderen die zelfstandig worden onthoudt ze haar goedkeuring. Ze ervaart de toenemende zelfstandigheid van haar kind als een emotioneel verlies voor haarzelf.
Kleine Demeters spelen het liefst met een babypop. Veel Demeter-vrouwen trouwen betrekkelijk jong.
Een gezin is voor hen belangrijker dan een baan. Ze kiest aak een beroep waarbij ze voor anderen kan zorgen. Ze is vaak een indrukwekkende persoonlijkheid.
Ze hebben vaak hechte vriendschappen met andere Demeter-vrouwen. Als ze jaloers zijn op andere vrouwen heeft dat bijna altijd met kinderen te maken (bv. als de hare ver weg wonen). 
Ze trekt meestal mannen aan met een voorkeur voor moederlijke vrouwen. Knuffelen is vaak een goed alternatief voor seks. Ze loopt niet over van seksuele verlangens. De meeste Demeter -  vrouwen trouwen om kinderen te krijgen. Ze denken altijd dat ze een goede moeder zijn, maar in de uitwerking zijn ze óf goede moeders óf overheersende moeders. 
Voor de ontvoering vertrouwde ze erop dat alles in orde was en ging haar eigen gang. Na de ontvoering werd ze depressief en boos. Ze functioneerde niet meer. 
De moeilijkste periode is voor haar als de kinderen de deur uit gaan (ontvoerd worden). Ze kan depressief worden als ze haar hele leven aan de kinderen heeft besteed en ze dan allemaal kwijt is. Ze is woedend omdat ze iets verloren heeft dat haar leven zin gaf. De middelbare leeftijd is heel belangrijk voor haar. De kinderen worden groot en hebben haar niet meer nodig. Wat nu? De moeilijkste periode is dus voor haar als de kinderen de deur uitgaan (ontvoerd worden).

Hecate : godin op de driesprong en op de drempel 

 
Hecate was de godin van de wegkruising, die drie kanten op kon kijken. Daardoor werd het voor haar mogelijk om het verband tussen heden, verleden en toekomst te zien. Haar wijsheid is die van de ervaring, door haar worden wij bij het ouder worden ook wijzer. 
Stilstaan bij de drempel betekent het grotere geheel overzien zodat het duidelijk wordt welk pad je moet nemen. Hecate is bij een belangrijke overgang de godin van de drempel. Zij helpt bij bevallingen en begeleidt het stervensproces Ze helpt ons loslaten wat nagenoeg dood is, en biedt ons zicht op nieuwe aspecten van onszelf. 
Hecate is dé grote invloed wanneer we de derde fase van ons leven binnengaan en ons naar binnen keren. Als ze weet welke richting ze moet nemen komt ze hernieuwd en vol energie tevoorschijn. Ze is de oude wijze vrouw, verbonden met de fase van de afnemende Maan. Haar tijd is de avondschemering. 
 
Hecate wordt beschreven als een maangodin met een glanzende hoofdtooi of een hoofdband 
met sterren,  en in elke hand een vlammende toorts. Men meende dat ze in het gezelschap van haar zwarte jachthonden over de wegen het oude Griekenland zwierf. Ze was een onzichtbare aanwezigheid bij de driesprong, soms in de vorm van een zuil van Hecterion, een beeld met drie gezichten, die in drie richtingen keken. In een nog oudere voorstelling werd ze afgebeeld met drie hoofden en drie paar armen, drie toortsen, een sleutel, een eind touw en een dolk Met de toortsen kan ze zien in het donker, de sleutel geeft haar toegang tot de geheimen van leven en dood, het touw staat symbool voor de navelstreng van de wedergeboorte en het mes diende om waandenkbeelden aan stukken te snijden. Op kruisingen werd als offerande voedsel voor haar achtergelaten.
Hecate begeleidt Persephone na haar terugkeer uit de onderwereld. Door de afdaling in de onderwereld heb je geleerd dat liefde en lijden bij het leven horen. Daardoor win je aan geestelijke rijkdom en wijsheid. Hecates advies was op zoek te gaan naar de waarheid. Het is alsof ze met ons meeloopt , met hoog geheven fakkels, zodat we in het donker kunnen zien.
 
Hecate is de vroedvrouw, die de pijnen van de bevalling verzacht, ze begeleidt de fysieke overgangsstadia en heeft kennis van de natuur. In haar rijk kun je op reis gaan om kennis, inzicht en heling te verwerven. Dat doe je met mediamieke gaven. In het rijk van Hecate lijkt de sluier tussen de werelden dunner te zijn. 

Hecate werd gevreesd als heks vanwege haar paranormale vermogens. Het zijn de vroedvrouwen, de genezeressen, de kruidenvrouwtjes die hun wijsheid door waarneming verkregen, die door de Inquisitie werden vervolgd. (Evenals de onafhankelijke, excentrieke vrouwen, of vrouwen die geleerd hadden). 
Vrouwen, die het ritme van de natuur volgden, hadden van de kringloop der seizoenen, het gewas inzaaien in overeenstemming met de maan en het weer konden voorspellen aan het gedrag van de dieren werden door de kerk gevreesd en vervolgd. 
Het symbool van Hecate was de bezemsteel, waarbij ze na elke geboorte de drempel van het huis zuiverde van boze geesten, die het kind kwaad konden doen. Er werd over de bezemsteel gesprongen bij zigeunerbruiloften en bij niet - officiële trouwpartijen in het negentiende - eeuwse Amerika.
Hecates wijsheid is levenswijsheid. 

Hestia en het vuur in de haard en in de tempel

Hestia is de godin waar geen beelden of schilderijen van gemaakt zijn. Ze is een anonieme godin. Je kunt haar terug vinden in het vuur van de haard en van de tempel. Hoewel ze niet zichtbaar is, is ze het middelpunt van ieder huis. Zij is het stille middelpunt, het centrum waar je tot rust kan komen. Je zoekt haar als je even alleen wilt zijn. 
Van alle fases van het volwassen leven hebben we in die van de afnemende maan de meeste tijd voor Hestia. ze had aan zichzelf genoeg en had niemand nodig om haar leven een doel te geven. 
 
Vuur verandert een huis in een thuis en een gebouw in een tempel. Vuur is duizenden  jaren lang de enige lichtbron in het donker geweest, de enige manier om eten te bereiden, de enige warmtebron in de winter, het hield dieren op een afstand en bracht de mensen bij elkaar. Thuis en haardvuur horen bij elkaar. Het vuur moest goed verzorgd worden. Het overleven van een groep kon er van afhangen. Hestia kreeg de beste offers die de stervelingen aan de goden brachten. Het vuur werd van haard tot haard doorgegeven in de oudheid, van het huis van de moeder naar het huis van de dochter, van woonplaats naar een nieuwe kolonie. 
Als een baby vijf dagen oud was werden gasten uitgenodigd voor een ritueel waarbij het kind rond de vuurplaats werd gedragen en in het licht van Hestia erkend werd als een lid van de familie. 
 
In Rome waren er de Vestaalse Maagden, die voor het vuur zorgden. Ze belichaamden de 
anonimiteit en de maagdelijkheid van de godin. 
Hestia bleef haar hele leven maagd. Ze werd begeerd door Poseidon en Apollo maar wees hen 
allebei af om een conflict tussen de twee rivalen afte wenden. 
 
Je kunt Hestia leren kennen door te mediteren en door je geest leeg te maken. Ze bereikt harmonie door uiterlijke orde en doet het huishouden met alle rust en aandacht die ze heeft. Ze creëert een gewijde plek als ze orde, schoonheid en harmonie in de omgeving brengt. 
Gastvrijheid hield in dat je vuur en voedsel deelde. Hestia verwarmt het hart, voedt de ziel en laat anderen zich welkom voelen. Wanneer iemand een Hestia ruimte binnengaat worden negatieve vergelijkingen en rivaliteit bij de deur achtergelaten. 
Door Hestia leer je vreugde scheppen in eenzaamheid. Je kunt je terugtrekken in je eigen heiligdom, die niet verstoord wordt door iemand anders, waar je de tijd kan nemen voor jezelf, om te peinzen en te mediteren. 
Bij het naderen van de menopauze neemt de drang om je te manifesteren af. Er vindt een verschuiving plaats naar de innerlijke wereld. Je bent niet alleen ouder geworden, maar ook milder door wat je hebt bereikt en door wat je hebt verloren. Je handelingen spiegelen dat wat je van binnen voelt. Ook een innerlijk gerichte persoon kan heel actief en effectief in de wereld werkzaam zijn. Met behulp van Hestia leer je vorm geven aan je innerlijke vuur. 

De Grote Moedergodin

 
Meer dan 5000 jaar voor onze jaartelling vereerden de mensen op aarde de Grote godin. Zij was een drie-eenheid bestaande uit maagd, moeder en oude vrouw.  Onsterfelijk en eeuwig bevatte zij alle aspecten van het vrouwelijke. Zij werd vereerd als vrouwelijke levenskracht, die nauw verweven was met vruchtbaarheid en de natuur.  Alle leven ontsproot aan haar lichaam en keerde tot haar terug.
Zij was de belichaming van de natuur, als de kracht die leven schiep, in stand hield en vernietigde. Zij was als de maan in haar cycli, als de aarde in haar seizoenen. De slang is haar symbool. De Grote Moeder is de aarde zelf, de baarmoeder  én het graf voor al wat leeft. Na de invasie van de Indo-Europese volken werd ze onttroond. De godin werd  ondergeschikt aan de mannelijke goden, die dit volk met zich meebrachten. Zo eindigde het tijdperk van het matriarchaat (mater = moeder) en begon het tijdperk van het patriarchaat (pater = vader). 
Zij werd de ondergeschikte echtgenote en haat kenmerken werden een mannelijke god gegeven. Dit proces werd voltooid door de Hebreeuwse, Christelijke en Islamitische godsdienst. 
 
De drievoudige Godin en het rood, wit en blauw: een oeroude kleurencombinatie 
 
De combinatie  van het wit, rood en blauw is al heel oud en stamt al uit de tijden de Moedergodin en het matriarchaat. Deze Moedergodin had drie gezichten: maagd, bruid en oude vrouw(of zuster, echtgenote -en- moeder van kinderen en heks). In moderne termen: de jonge vrouw, de volwassen vrouw en de oude vrouw of de jeugd, de vruchtbaarheid en de wijsheid. 
De kleur wit hoorde bij de reinheid van de maagd, de kleur rood bij de passie van de vruchtbare vrouw en de kleur zwart bij  de oude wijze vrouw. In de wereldwijde cyclus van de drievoudige godin zijn dus alle drie de aspecten van het vrouwelijke gecombineerd.
 
In het Christendom zien we de drievoudigheid terug in de figuren van Maria van Nazareth (maagd en als moeder van Jezus,  en Maria Magdalena als vrouw die met hem omging. Het maagdelijke en moederlijke aspect van Maria van Nazareth werden alom erkend en gerespecteerd. 
Maria Magdalena was de vruchtbare vrouw met seksuele gevoelens. Dat werd in kerkelijke kringen als zondig betiteld. Het hartstochtelijke en seksuele element van Maria Magdalena werd daarom als het ware 'gewist'. Als vrouwelijke apostel werd zij  niet erkend. 
Schilderijen waarop de Madonna in het rood gekleed ging,  werden door de inquisitie in 1649 streng verboden en de 'vrouw in het rood' werd synoniem met 'publieke vrouw'. 
Voortaan mocht de Maagd Maria alleen nog maar in blauw en in het wit worden afgebeeld.
Maria heeft de plaats van de godin ingenomen, niet alleen als archetype of als goddelijke figuur, maar ook letterlijk, toen aan Maria gewijde kathedralen en kerken werden gebouwd op locaties die ooit aan de godin gewijd waren geweest.